OM blundert: drie verdachten niet verder vervolgd voor poging moord (UPDATE)

Door een blunder van het Openbaar Ministerie is in hoger beroep de zaak van drie mannen die werden verdacht van poging moord definitief van tafel gegaan. Bij het instellen van het hoger beroep heeft het Bossche Openbaar Ministerie een fout gemaakt in de formulering van het hoger beroep. De fout is niet meer te repareren. De drie krijgen nu alleen de twee jaar cel die de rechtbank oplegde. Het Openbaar Ministerie had acht jaar cel geëist.

Raam

Het gaat om een schietpartij op een woning op 12 september 2020. Op de Hadewychstraat in Den Bosch werd er door een raam van de woonkamer geschoten, terwijl een gezin met jonge kinderen op dat moment thuis was. Volgens het Openbaar Ministerie was er sprake van poging moord omdat de schutter het doel had om iemand om te brengen. Een van de drie verdachten heeft de uitvoerders uitgelokt of de opdracht gegeven, aldus de officier van justitie. Hij had daarbij ook een foto van het appartement verstrekt.

In eerste aanleg had het Openbaar Ministerie acht jaar tegen de drie geëist voor medeplegen van poging moord, maar uiteindelijk legde de rechtbank in Den Bosch de mannen slechts twee jaar op voor poging doodslag.

De officier van justitie stelde hoger beroep in, maar daarbij is een fout gemaakt. Nu is de zaak van de drie verdachten door het gerechtshof in Den Bosch niet ontvankelijk verklaard en worden de verdachten niet verder vervolgd. De eerder opgelegde straffen blijven staan. Maar de verdachten hebben die al eerder in voorlopige hechtenis doorgebracht, waardoor ze nu op vrije voeten komen.

Alle feiten

Het hoger beroep werd slechts gedeeltelijk aangetekend, alleen voor de vrijspraak van poging moord, niet voor de andere ten laste gelegde feiten waar de rechtbank uitspraak over heeft gedaan. In artikel 407 van het Wetboek van Strafvordering staat dat alleen hoger beroep kan worden ingesteld voor alle feiten waarover de rechtbank in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan.

Een eenmaal gemaakte fout hierbij is niet te herstellen. Advocaat Yehudi Moszkowicz: ‘De gedachte van de wetgever achter de onmogelijkheid voor het Openbaar Ministerie om dit te herstellen is dat zo een officier van justitie niet op het laatste moment alsnog het hoger beroep kan uitbreiden. Dan zou een verdachte en de advocaat geen tijd hebben om de verdediging goed voor te bereiden.’