OM eist 16 jaar voor doodsteken man

Het Openbaar Ministerie heeft 16 jaar cel geëist tegen een 30-jarige man uit Duitsland. Hij wordt er van verdacht in mei 2016 een 51-jarige man te hebben doodgestoken in diens woning aan de Jan van Galenstraat in Amsterdam. Na de steekpartij nam de verdachte kostbare iconen en sieraden mee. 

De politie kwam de verdachte op het spoor nadat in de woning van het slachtoffer aan de Jan van Galenstraat onder meer DNA van hem was gevonden op een flesje Spa Blauw, in een aangetroffen bloedspat in de hal, op een bebloede onderbroek in de badkamer en een bebloede handdoek in de woonkamer.

Hannover

De 30-jarige verdachte die in Hannover woont, werd door de Duitse politie aangehouden. Zijn woning werd op verzoek van het OM doorzocht. Bij de doorzoeking van de woning vond de politie de iconen die uit de woning van het slachtoffer waren gestolen. De verdachte heeft nooit opheldering gegeven hoe de iconen in zijn woning terecht waren gekomen. (Iconen zijn religieuze afbeeldingen op een houten paneel.) De iconen van het slachtoffer waren ongeveer duizend euro per stuk waard.

Tweelingbroer

Volgens de verdachte was niet hij maar zijn tweelingbroer in Amsterdam ten tijde  van het misdrijf. Het OM acht deze verklaring ongeloofwaardig, onder ander omdat uit niets blijkt dat de verdachte een tweelingbroer heeft. Zijn ouders verklaren er verschillend over en zijn oudste broer zegt dat er geen tweelingbroer bestaat. Daarnaast is er een vingerafdruk van de verdachte gevonden in de woning van het slachtoffer. Zo’n afdruk blijft een uniek spoor, ook als het eeneiige tweelingen betreft, aldus het OM.

Alibi

Uit een getapt gesprek van de verdachte toen hij in voorlopige hechtenis in Duitsland zat, blijkt dat hij een alibi probeerde te reconstrueren voor de tijd dat het misdrijf plaats vond. Op de voicemail van een bekende sprak hij het volgende in: ‘3/4 mei was ik bij jou en mijn ouders in Hannover’. Ook tegen een politieman die zich voordeed als medegedetineerde verklaarde hij dat deze na zijn vrijlating naar zijn vrouw en moeder moest gaan om hen er aan te herinneren dat hij, de verdachte, op 3 mei bij hen was.