OM in cassatie tegen Checkpoint
Het Openbaar Ministerie in Den Haag gaat in cassatie tegen de uitspraak van het Haagse gerechtshof waarbij het OM niet ontvankelijk werd verklaard in zijn vervolging in de zaak tegen coffeeshop Checkpoint, in Terneuzen. Het OM laat weten zich niet te kunnen verenigen met de beslissing en de daarbij gegeven motivering. Het arrest van het hof in februari was een klap in het gezicht van het anti-coffeeshopbeleid in de grensstreek.
De eigenaar van coffeeshop Checkpoint en 16 medeverdachten in de zaak werden vrijgesteld van vervolging.
Het Hof kwam tot de niet-ontvankelijkheid omdat, kort gezegd, onder andere het vertrouwensbeginsel geschonden zou zijn. De gemeente Terneuzen en het OM waren er, in de visie van het hof, steeds van op de hoogte dat de gedoogvoorwaarden stelselmatig werden overtreden.
Bij de verdachten kon zodoende een gerechtvaardigd vertrouwen bestaan dat het OM niet tot vervolging over zou gaan omdat er niet werd vervolgd.
Ook zou sprake zijn van schending van het beginsel van een redelijke en billijke belangenafweging bij het nemen van de vervolgingsbeslissing.
In de visie van het OM heeft het hof te snel de wetenschap bij de gemeente over het overtreden van de voorwaarden mede toegerekend aan het OM.
En mocht dat al zo zijn dan gold dat in ieder geval niet meer na de eerste inval in Checkpoint op 1 juni 2007. Ook stelt het OM zich op een ander standpunt dan het Hof waar het gaat om de wijze waarop concreet inzicht is gegeven in de belangenafweging aangaande de vervolgingsbeslissing van de coffeeshop en zijn medewerkers. Het OM is van oordeel dat de belangenafweging wel degelijk helder en transparant is gemaakt en ook ter zitting zichtbaar is geworden.
Zie ook:
Zeeuwse wietkoning in gevecht met de staat
“Coffeeshop Checkpoint in Terneuzen terecht gesloten”
OM in hoger beroep in zaak Checkpoint