Onderweg naar huis doodgeslagen
Het doodmaken van Emile Pardijs (18) in de nacht van 8 op 9 mei 2010. Op de fiets op weg naar huis wordt hij klemgereden en in elkaar geslagen. Daarna gewond achtergelaten op de weg, door een passerende auto per ongeluk overreden, later in een ziekenhuis overleden. Het gebeurde niet in de grote stad maar in Steenderen. Ricardo R. (20) uit die plaats stond daarvoor gisteren voor de rechtbank in Zutphen. Hij is de enige meerderjarige verdachte. Bij de Misdaadjournalist een verslag van die zitting door Anna Korterink. ‘De belangstelling van onder andere de pers voor deze zaak is groot. Het feit dat Ricardo de enige meerderjarige verdachte is, en de behandeling van de overige verdachten achter gesloten deuren plaatsvindt, speelt daarin een belangrijke rol.
Ricardo heeft al vijf maanden in voorarrest gezeten, maar is inmiddels op vrije voeten gesteld. Hij komt dan ook tegelijk met de andere aanwezigen de zaal binnenlopen. Hij draagt een glimmend zwart vest, en lijkt een beetje zenuwachtig.
Na de huishoudelijke mededelingen van de voorzitter van de rechtbank, mevrouw mr. M.C. van der Mei, leest de officier van justitie de tenlastelegging voor: primair wordt Ricardo het medeplegen van doodslag verweten, subsidiair het medeplegen van zware mishandeling met de dood tot gevolg hebbende.
Voordat daadwerkelijk begonnen kan worden met de inhoudelijke behandeling van de zaak, is er nog een klein verschil van mening tussen de advocate van Ricardo, mr. Schepers, en officier van justitie mr. J. Grijns.
Schepers vindt dat de zitting moet worden aangehouden, omdat nog niet alle onderzoeken zijn afgerond. Het gaat met name over het onderzoek dat de doodsoorzaak van Emiel moet vaststellen. Een forensisch arts van het NFI had daar opdracht toe gekregen, maar de vraagstelling van die opdracht was te breed, zodat hij niks kon onderzoeken. Een andere deskundige, een patholoog-anatoom, had inmiddels al vastgesteld dat de doodsoorzaak überhaupt niet vast te stellen is.
Voor de officier van justitie is de conclusie van de patholoog-anatoom afdoende, maar de advocate vindt dat er nadere vragen aan de forensisch arts moeten worden voorgelegd.
Op enig moment wordt de advocate onderbroken door de voorzitter: “In het proces verbaal staat dat over dit punt al discussie gevoerd is, en dat toen besloten is geen nadere vragen aan de forensisch arts voor te leggen. Dat staat ook in een brief van de rechter-commissaris. Dus wat wilt u nu precies?”
Omdat de advocate bij haar standpunt blijft dat de zitting moet worden aangehouden wordt er een schorsing ingelast: de rechtbank gaat even in beraad.
Op de hal komt de familie van Emiel elkaar tegen. Het is wel duidelijk dat de zittingen voor hen niet makkelijk zijn. “Soms word ik zo boos, dan zet ik mijn nagels in mijn handen om rustig te blijven,” zegt de zus van Emiel.
De rechtbank besluit om de zitting niet aan te houden, vooral omdat het al een aantal keer is aangehouden en dit de voortgang van de zaak niet bevordert. Ook acht de rechtbank de patholoog-anatoom deskundig genoeg om op basis van diens oordeel het onderzoek als compleet te beschouwen.
De rechter vertelt dat de politie in de nacht van 8 op 9 maart 2010 om 03:50 uur een melding binnen krijgt dat er iemand wordt mishandeld. Zo’n tien minuten later is de politie ter plekke, en tien uur daarna overlijdt Emiel.
Hij is overleden door zwaar inwendig letsel dat is ontstaan door geweld en botsingen tegen het lichaam. Onduidelijk is welk letsel is ontstaan door het geweld, en welk letsel is ontstaan door de aanrijding.
De rechter vraagt aan Ricardo of hij ‘de film kan terugdraaien’ en kan vertellen wat er precies gebeurd is.
Ze helpt hem een beetje op weg. “Je zou kunnen zeggen dat er in de aanloop naar dit gebeuren verschillende contactmomenten zijn geweest. Er zijn de MSN-gesprekken en de sms-berichten van Bente P. (het destijds 16-jarige meisje dat ook betrokken is bij de dood van Emiel, AK), de ontmoeting bij de skatebaan, en de avond in de Boulevard (uitgaansgelegenheid in Zutphen, AK).”
Ricardo begint te vertellen over de MSN-gesprekken en het sms-bericht. Hij praat erg zacht en binnensmonds.
“Van die gesprekken weet ik niet zoveel meer. Bente P. zei dat ze ruzie had met Emiel. En ze stuurde een sms waarin stond: ‘Ik kan ‘m wel doodtrappen,” begint hij. ‘Ja, wat moet ik daarmee. Ik zei: “Dat moet je zelf weten, dat is mijn pakkie-an niet.'”
Vervolgens vertelt hij over de ontmoeting bij de skatebaan tussen hemzelf, Bente P., Bente W., een eveneens 16-jarig meisje dat betrokken is bij deze zaak, en Peter V., de hoofdverdachte. Hij vertelt dat Bente P. op een gegeven moment Emiel belt, en ruzie met hem maakt. Ze geeft de telefoon aan Ricardo, ‘wat moet ik ermee?’, en omdat hij hem niet wil aannemen geeft ze de telefoon door aan Peter V. “Die had al wat gedronken, dus toen begon het grote spektakel. Hij gaf een grote bek aan de telefoon.” (…)
Lees verder Misdaadjournalist.