Onderzoek naar beveiliging Peter R. de Vries na meer dan jaar nog niet afgerond

Het onderzoek naar de beveiliging van Peter R. de Vries en anderen door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, is nog niet afgerond. Een woordvoerder van de Raad geeft donderdag aan dat het onderzoek nog ‘lopend’ is.

Door Joost van der Wegen

Onderzoek

In augustus 2021 startte de Onderzoeksraad voor de Veiligheid een onderzoek naar aanleiding van de moorden op Peter R. de Vries, de broer van de kroongetuige Nabil B. in de zaak Marengo, Reduan, en de advocaat van deze kroongetuige, Derk Wiersum.

Officieel doet ze een onderzoek naar de beveiligingssituaties van de drie slachtoffers. De Raad op haar website: ‘Het doel van het onderzoek is om hier lessen uit te trekken voor de toekomst.’

Lopend

Een woordvoerder van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid laat Crimesite donderdag weten dat zij niets wil zeggen over de voortgang van het onderzoek. Wel meldt zij dat het nog gaat om een ‘lopend onderzoek’.

Ze wil ook niets kwijt over wanneer de resultaten bekend zullen worden. Ook geeft de onderzoeksraad aan tussentijds niets over het onderzoek bekend te maken.

Een van de advocaten van Nabil B., Peter Schouten, liet eerder weten er geen bezwaar tegen te hebben als het onderzoek een jaar zou duren. Dat jaar is inmiddels verstreken. Peter R. de Vries zat in het advocatenteam van Nabil B., als vertrouwenspersoon. In die functie liep hij risico, gezien de eerdere twee moorden.

Bewaking

Over het onderzoek naar de bewaking van misdaadjournalist Peter R. de Vries, op 6 juli 2021, was eerder discussie. De familie van De Vries drong er bij de voormalige minister van Justitie Grapperhaus op aan dat het onderzoek zich niet alleen zou toespitsen op Peter R. de Vries. Daarop werd besloten ook de beveiligingssituatie van de andere personen in het onderzoek op te nemen.

De zoon van Peter R. de Vries, Royce, uitte zijn twijfels over de veiligheid van procesdeelnemers in kroongetuigenzaken. ‘Het kroongetuigensysteem zoals toegepast in Marengo voldoet kennelijk niet en brengt onschuldige mensen ernstig in gevaar, zonder dat het Openbaar Ministerie daar een adequaat antwoord op lijkt te hebben.’

Ook de beslissing van de minister om Tjibbe Joustra aan te stellen als leider van het onderzoek kreeg kritiek. Joustra was eerder zelf verantwoordelijk voor het stelsel Bewaken en Beveiligen, waar de onderzochte personen deels onder vielen.

Daarop werd besloten het onderzoek bij de Onderzoeksraad voor de Veiligheid onder te brengen.