Ontneming: van 587.000 naar 9.000 euro

Het gerechtshof in Den Bosch scheldt een ontnemingsboete van 587.000 euro bijna helemaal kwijt. Een veroordeelde hoeft slechts 9.000 euro te betalen nadat het hof een verzoek tot kwijtschelding van zijn advocaat deels honoreerde, Die had betoogd dat zijn cliënt het bedrag nooit zou kunnen betalen.

Tussenrol

De 62-jarige man uit uit Valkenswaard speelde een tussenrol bij de georganiseerde wietteelt in Brabant. Voor een andere persoon huurde hij een pand in Borkel en Schaft waar in 2009 wietplanten zijn aangetroffen, dat had hij ook in 2007 gedaan met een pand in Westerhoven. De man zelf was niet betrokken bij de uitbating van de wietteelt.

Dergelijke constructies, waarbij katvangers voor een fooi door criminele ondernemers worden ingezet die zelf buiten schot blijven, komen zeer vaak voor. Wie er in dit geval met de winst vandoor was gegaan is niet vast komen te staan.

Het ging om niet al te grote kwekerijen. De man kreeg een taakstraf. In eerste instantie wilde de rechtbank dat hij 113.000 euro ontnemingsvordering zou betalen.

Meer oogsten

In hoger beroep trok het gerechtshof dat bedrag echter op naar 578.000 euro omdat het hof uit ging van veel meer oogsten.

Het Centraal Justitieel Incassobureau probeerde te innen maar de 62-jarige betaalde niet. Na enkele jaren dreigde voor de man drie jaar opsluiting wegens wanbetaling. De man had vrijwel geen inkomsten.

Advocaat Bert de Rooij probeerde met justitie tot een vergelijk te komen middels een afbetalingsregeling waarbij de man 50 euro per maand zou betalen. Dat wees het CJIB af. De Rooij keerde zich vervolgens tot het gerechtshof met een verzoek tot kwijtschelding, subsidiair vermindering van de boete.

Dat wijst het hof nu toe, waarbij het in een beknopte toelichting zegt het hof
dat er sprake is van ‘een zeer uitzonderlijke’ situatie. Advocaat De Rooij: ‘mogelijk ziet het gerechtshof ook dat de man een tussenpersoon was die nooit in de winsten van de wietplantages heeft gedeeld.’