Opsporing via brein schendt zwijgrecht

Onderzoek via het geheugen van de mogelijke dader mag geen opsporingsmiddel worden voor de politie. Het speuren in het brein van de verdachte schendt de privacy, en is ook in strijd met het zwijgrecht.

Daderkennis in brein

Dit schrijft strafrechtonderzoeker Dave van Toor, van de Nijmeegse Radboud Universiteit, in zijn proefschrift. Hij bekeek in hoeverre het geheugen van een verdachte namens justitie onderzocht zou mogen worden op de kennis van de details van een delict. Dat principe werkt als volgt: van het brein van de verdachte wordt een EEG (hersenscan) gemaakt, terwijl hij woorden of foto’s te zien krijgt die te maken hebben met de strafbare feiten die zijn gepleegd. Als zijn brein daarop aanslaat via de elektroden op zijn hoofd, beschikt hij kennelijk over daderkennis.

Gemakkelijk en snel

In Japan werkt de politie al tientallen jaren met deze zogenaamde “neurogeheugendetectie”. Volgens onderzoeker Van Toor heeft de werkwijze voordelen, zegt hij op Voxweb, het online magazine van zijn universiteit: ‘Het is een gemakkelijke methode, die ook nog eens weinig tijd in beslag neemt.’

De manier van opsporen via het geheugen van de dader is alleen niet zo succesvol. Maar in 20% van de gevallen wijst de methode de schuldige van een misdrijf ook daadwerkelijk aan.

Niet tegen wil verdachte

Van Toor is niet voor de invoering van deze breindetectie in Nederland: ‘Want je schendt hiermee het recht op privacy. Herinneringen van de verdachte moet je niet tegen zijn wil in de openbaarheid brengen.’ Ook het zwijgrecht van de verdachte wordt volgens Van Toor geschonden: ‘Met neurogeheugendetectie dwing je hem in zekere zin toch tot het delen van informatie, via zijn herinneringen. Dat maakt het zwijgrecht tot een holle leus.’

Van Toor maakt een voorbehoud voor advocaten die de onschuld van hun cliënt willen aantonen. ‘Misschien is het voor hen wel aantrekkelijk. Als de cliënt tenminste toestemming geeft.’

In India maakte de politie ook een tijdje gebruik van opsporing via het brein van verdachten. Er werden zelfs mensen tot levenslang veroordeeld, op basis van dit bewijs. Tot het Hooggerechtshof in dit land de veroordelingen terugdraaide, omdat de opsporingsmethode niet grondwettelijk bleek te zijn.