Pastoor: Oplichter en witwasser

De rechtbank in Maastricht heeft vrijdag een Limburgse pastoor veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf, dat is hoger dan de eis van 12 maanden van de officier van justitie. De pastoor opende na een ernstig verkeersongeval op 25 juni 2004 in Haanrade/Kerkrade een bankrekening waarop geld gestort kon worden voor nabestaanden van een slachtoffer. Het meeste geld dat binnenkwam drukte de pastoor achterover.

Bij het ongeluk kwamen de chauffeur van een betrokken vrachtwagen en twee andere personen om het leven. De bankrekening was bedoeld om de nabestaanden van de vrachtwagenchauffeur en andere slachtoffers te steunen. Er stroomde 75.203,97 euro aan giften binnen. De pastoor behield voor zichzelf 70.500 en maakte 4.500,- over aan de slachtoffers.

De pastoor gebruikte de bijdrage aan zichzelf weliswaar voor anderen, maar gaf ook geld uit ten eigen bate.

De rechtbank vindt geen bewijs ervoor dat de pastoor de rekening heeft geopend met het vooropgezette doel de gelden voor zichzelf te gaan houden. Wel is vastgesteld dat hij deze gelden na verloop van tijd voor zichzelf, en voor andere doelen dan waarvoor ze bedoeld waren, is gaan gebruiken. Daarom heeft de rechtbank de pastoor schuldig bevonden aan verduistering, aldus de rechtbank.

Hij heeft ook bewust gelogen over de manier waarop het geld is uitgegeven. Daarmee wilde de pastoor verhullen dat het geld aan andere doelen was besteed dan waarvoor het was bestemd. De rechtbank is daarom ook van oordeel dat de pastoor zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen.

De pastoor heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen van de mensen in zijn functie en van hun vrijgevigheid ten behoeve van hulpbehoevenden, vindt de rechtbank. Hij heeft de gelden, die volgens vermeldingen bij de bijschrijvingen nagenoeg allemaal voor de weduwe bestemd waren, aan haar onthouden hoewel het hem bekend was dat zij in financieel zeer slechte omstandigheden verkeerde. Daarbij heeft hij naar buiten toe de schijn opgehouden van de gever die met gulle hand de financiële nood van de weduwe verlichtte.

De rechtbank heeft het als schokkend ervaren om te moeten constateren dat de pastoor zich al eerder gelden, die in goed vertrouwen aan hem waren toevertrouwd, heeft toegeëigend. Het gaat dan om de spaargelden en een PGB budget van een hoogbejaarde dame die de pastoor voor zichzelf gebruikt heeft, onder andere voor de aanschaf van een auto.

Al die omstandigheden brachten de rechtbank ertoe hoger te straffen dan geëist. Bovendien moet hij het door hem verduisterde bedrag alsnog betalen aan de weduwe op straffe van gevangenisstraf.

Hier het vonnis.