‘Pgp-berichten van advocaten niet vernietigd’

In strijd met de wet en met het protocol om vertrouwelijke communicatie van advocaten direct te vernietigen blijkt het Openbaar Ministerie opnieuw berichtenverkeer tussen advocaten en hun cliënten te hebben bewaard. De NRC schrijft dat het gaat om chatgesprekken die zijn gevoerd met cryptotelefoons van Encrochat en Sky.

Aangifte

Zodra vaststaat dat aan een afgetapte communicatie een advocaat deelneemt moet de recherche gekraakte pgp-berichten ontoegankelijk maken. Uitzondering is het geval dat een advocaat verdachte is, maar dan treden er geheel andere regels, en waarborgen, in werking.

De Rotterdamse advocaat Haroon Raza stelt dat er berichtenverkeer tussen hem en zijn cliënten via Sky door justitie en politie is gelezen en niet is vernietigd. Raza heeft daarom aangifte gedaan tegen twee rechercheurs en drie officieren van justitie vanwege ‘schenden van ambtsgeheim’ en ‘het opstellen van een meinedig proces-verbaal.’

2018

Raza heeft in 2018 expliciet aan het OM gemeld dat hij voor vertrouwelijk contact met zijn klanten gebruikmaakte van cryptotelefoons.

Ondanks dat het Openbaar Ministerie keer op keer stelt dat er reden is aan te nemen dat alle gebruikers van cryptotelefoons van Sky ECC en EncroChat criminelen waren, was het gebruik van zo’n telefoon niet strafbaar.

Raza heeft zijn gebruikersnaam aan het OM doorgegeven en bovendien meerdere keren aangegeven dat hij op de hoogte wil worden gehouden over de vernietiging van eventueel aangetroffen berichten tussen hem en zijn klanten.

Brief ingetrokken

Nu blijkt in de NRC dat de plaatsvervangend hoofdofficier van het landelijk parket van het OM half maart een brief naar de deken van de Rotterdamse orde van advocaten heeft gestuurd, waarin in een bijlage al het berichtenverkeer van Raza met zijn cliënten is opgenomen. De hoofdofficier vroeg aan de deken om die berichten te beoordelen.

Maar Raza is helemaal geen verdachte in een strafrechtelijk onderzoek en er zijn dus volgens hem helemaal geen “zwaarwegende belangen” die het verstrekken van deze gegevens zouden rechtvaardigen. In zijn ogen hadden deze gegevens onleesbaar en ontoegankelijk moeten worden gemaakt.

Eind maart stuurde de plaatsvervangend hoofdofficier een tweede brief aan de deken waarin wordt gesteld dat de eerste brief wordt ingetrokken en de berichten niet langer worden voorgelegd aan de deken, gelet op een recente uitspraak van de rechtbank in Den Bosch. In die zaak schond het OM op grove wijze de vertrouwelijkheid van communicatie van advocaten door kennis te nemen van e-mails tussen advocatenkantoor Stibbe met hun klanten.

De berichten van Raza zijn inmiddels vernietigd.

Maar kennelijk bestond er in de jaren tot aan de uitspraak van de Bossche rechter binnen het Openbaar Ministerie een aparte visie op regels en wetgeving ten aanzien van communicatie en pgp-berichten van advocaten.

Zestien advocaten

De vraag rijst wat er voorheen binnen het Openbaar Ministerie dan wel of niet gebeurde met pgp-berichten van advocaten.

Dat vraagt ook Jeroen Soeteman van de Nederlandse Orde van Advocaten zich af in de NRC: ‘De uitspraak van de Bossche rechtbank is een bevestiging van de wetgeving en het standpunt van de Hoge Raad. Kennelijk bestaat binnen het Openbaar Ministerie een andere interpretatie van die wetgeving.’

Volgens de NRC blijkt uit stukken dat er tenminste zestien advocaten zijn geïdentificeerd die gebruik hebben gemaakt van cryptotelefoons. Daarnaast zijn er mogelijk nog meer niet geïdentificeerde advocaten die cryptocommunicatie gebruiken. Twee bronnen binnen de advocatuur stellen tegen de NRC onafhankelijk van elkaar dat ook EncroChat berichtenverkeer van een andere advocaat is voorgelegd aan de deken die toezicht houdt op de advocatuur.

Bovendien bestaat bij sommige advocaten het vermoeden dat berichtenverkeer van hen is gebruikt als middel om cliënten te identificeren. Identificatie van pgp-gebruikers is in veel strafzaken een belangrijke stap in de bewijsconstructie.