Plooij en Posthumus houden het kort

‘De verdediging van de heer Paarlberg mag dan nu een andere insteek kiezen, dat rechtvaardigt niet het opnieuw horen van getuigen die al in eerste aanleg uitgebreid aan de het woord zijn geweest.’ Advocaat-generaal Frits Posthumus, die samen met Koos Plooij het hoger beroep in de zaak Paarlberg behandelt, maakte een paar opvallende opmerkingen in reactie op de onderzoekswensen van de advocaten van Paarlberg. De twee magistraten hielden hun reactie op de onderzoekswensen kort. De meeste gevraagde getuigen zijn volgens hen kortweg: ‘niet noodzakelijk’.

Het horen van Jonathan Tobing, een voormalige vriend van weduwe Anita Schuts (die nu met haar is gebrouilleerd), was niet aan de orde volgens Frits Posthumus. Het argument: Tobing zou een ‘appeltje te schillen hebben’ met Anita Schuts. Daarom zou hij de advocaten van Paarlberg hebben ingefluisterd dat familieleden van Willem Endstra hadden afgesproken hun verklaringen op elkaar ‘af te stemmen’ waar het ging om Paarlberg. En dus is er geen behoefte aan het horen van Tobing als getuige, zei Posthumus.

Volgens Frits Posthumus is ‘niet gebleken’ dat familieleden van Endstra in strijd met de waarheid hebben verklaard.

Posthumus zei dat het Openbaar Ministerie ‘sinds 2009′ beseft dat er delen van Endstra’s dagboekaantekeningen niet bij de politie zijn terechtgekomen. Of broer Haico Endstra uit deze aantekeningen een selectie heeft gemaakt vóór ze aan de politie te doen toekomen zou uit het komende getuigeverhoor van Haico Endstra moeten gaan blijken, zei hij.

Posthumus maakte daarbij wel de aantekening dat Haico Endstra zou kunnen zeggen dat die weggelaten delen te privé zouden zijn om te overleggen – bijvoorbeeld ‘kattebelletjes aan een geliefde of een kind’. In dat geval zou het daar bij moeten blijven, zei Posthumus, er hoeven in dat geval dan geen ‘dwangmiddelen’ tegen Haico Endstra te worden ingezet.

De beoordeling of die delen van het dagboek van Endstra al dan niet terecht aan de politie zijn onthouden door Haico Endstra blijft dus, als het aan het Openbaar Ministerie ligt, bij Haico Endstra.

Het Openbaar Ministerie maakt geen bezwaar tegen het horen van Dino Soerel.

Posthumus zei niet te begrijpen wat de advocaten van Paarlberg bedoelden met de wens de administratie van de Endstra-bedrijven te voegen. Na de moord op Endstra van 17 mei 2004 nam de politie de gehele administratie van de Endstra-bv’s in beslag. Volgens Posthumus bevindt ‘die gehele adminstratie’ zich al in het dossier van Paarlberg.

Waarschijnlijk doelt Posthumus op stukken die een werknemer van Endstra aan de politie heeft overhandigd, stukken die zien op betalingen en zouden bewijzen dat Endstra is afgeperst.

Maar de verdediging van Paarlberg meent een verdedigingsbelang te hebben bij het inzien van alle stukken van alle bedrijven van Willem Endstra.

Op 10 juni doet het gerechtshof uitspraak over de onderzoekswensen. Waarschijnlijk zal een groot aantal getuigen worden gehoord door een rechter-commissaris of een raadsheer-commissaris. De inhoudelijke behandeling is voorzien vanaf eind september.

Zie ook:

Paarlberg eist administratie Endstra-bedrijven