Politie betaalt schadevergoeding schietende agent

De politie betaalt de schadevergoeding die een agent moet betalen aan een inbreker op wie de agent heeft geschoten, terwijl hij dat niet mocht. Volgens de politie wist de agent niet dat hij niet mocht schieten, omdat er een fout in de training zat. Maar uit de zitting in de rechtbank bleek dat de agent wel degelijk bekend was met de richtlijnen.

Het incident vond plaats in 2012. De agent ging met een collega naar een melding van een inbraak in Heeswijk Dinther. Toen ze bij de woning aankwamen, hoorden ze aan de achterkant van de woning glasgerinkel. De agent is vervolgens via het dak van het huis de tuin in geklommen, waarna hij een verdachte man zag rennen.

Niet zomaar schieten

Die man probeerde te vluchten, waarna de agent riep dat hij van de politie was, en dat de man moest stoppen omdat hij anders zou schieten. De man negeerde de agent, waarop die schoot. Hij raakte de man in zijn been.

Agenten mogen niet zomaar schieten. Alleen als er gevaar dreigt voor de agent of de bewoners van het huis waarin wordt ingebroken. De agent had toen hij de melding van de inbraak kreeg echter te horen gekregen dat de bewoners niet thuis waren. Omdat er geen gevaar voor hemzelf dreigde, mocht hij dus niet schieten.

Agent kende richtlijnen wel

De politie stelt nu dat de politieman een onduidelijke training heeft gehad, en dat hij dus niet wist dat hij niet mocht schieten. Maar uit de feiten die tijdens de zitting werden aangedragen (lees hier de gehele uitspraak), blijkt iets anders:

[verdachte] heeft verklaard dat hij op het moment dat hij in opdracht van de meldkamer naar de woning onderweg was, wist dat een politieambtenaar – gelet op de Ambtsinstructie – ter aanhouding van een verdachte zijn dienstwapen niet mag afvuren wanneer de bewoners van de woning waarin wordt ingebroken niet thuis zijn.

Richtlijnen besproken met collega

Uit het feitenrelaas blijkt bovendien dat de agent met zijn collega het voorval heeft besproken op weg naar het bureau, vlak na het voorval. Zij constateerden samen dat de agent de richtlijnen heeft overschreden:

Collega [persoon 1] heeft verklaard dat zij met [verdachte] na het schietincident op de terugweg naar het politiebureau daarover heeft gesproken en dat zij samen tot de conclusie kwamen dat bij het gebruik van het vuurwapen door [verdachte] aan één voorwaarde van de Ambtsinstructie niet was voldaan en dat betrof de omstandigheid dat de bewoners afwezig waren.

De [getuige 1] heeft verklaard dat tijdens de debriefing na het schietincident [verdachte] heeft gezegd: “Het zou zo een IBT-oefening kunnen zijn geweest op één hokje na, de bewoners waren niet thuis”.

De agent kreeg een voorwaardelijke boete van 1500 euro opgelegd. Hij moet daarnaast een schadevergoeding aan de inbreker betalen van 2.351,05 euro. Die betaalt nu de politie.