Politie kan meer met ‘goedmaken’ tussen verdachte en slachtoffer

De politie kan meer doen aan het herstel van de relatie tussen de verdachte en het slachtoffer, buiten het strafrecht om. Dit kan leiden tot minder recidive, en lagere werkdruk voor agenten.

door Joost van der Wegen

Herstellen

Bij de Nationale Politie wordt nog maar weinig gebruik gemaakt van herstelrecht, waarbij het herstellen van de relaties tussen de verdachte, het slachtoffer en de gemeenschap centraal staat. Dat stelt het wetenschappelijk onderzoekscentrum van het ministerie voor Veiligheid en Justitie (WODC) in een pas uitgekomen rapport.

Doel

Bij herstelrecht maken slachtoffers én verdachten samen afspraken over het herstellen van de relatie en het goedmaken van ervaren leed. Het doel is een oplossing voor het probleem te vinden die aansluit bij de wensen van het slachtoffer.

In de praktijk kan herstelrecht bij de politie als alternatief voor het strafrecht worden ingezet. Als het niet werkt, kan een zaak alsnog worden doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie (OM).

Lichte zaken

Inzet van herstelrecht kan recidive verminderen. In het onderzoek van het WODC is gesproken met 33 respondenten, vooral werkzaam bij de politie. Zij zien vooral toegevoegde waarde bij lichte zaken en bij langer lopende conflicten waarbij de partijen elkaar kennen en in de toekomst mogelijk blijven tegenkomen, zoals burenruzies en familieconflicten.

Wegzetten

Als de bemiddeling snel wordt begonnen, kan het de politie veel werk schelen. Nadeel is dat de politieorganisatie vooral is georganiseerd rond het ‘snel wegzetten’ van zaken. Ook kan herstelrecht ten kostte gaan van het rechtvaardigheidsgevoel van agenten.

Betrokkenen die vaker met deze vorm van bemiddeling werken, raken er wel steeds enthousiaster over. De Nationale politie is dan ook beleid aan het ontwikkelen op dit gebied, aldus het WODC.