‘Criminele organisaties niet onderzocht’

De Nederlandse politie laat kopstukken van lokale georganiseerde misdaadgroepen te vaak vrijuit gaan. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerd rapport waar de papieren Volkskrant over schrijft. De politie legt te veel nadruk op het opsporen van daders van ernstige delicten zoals moord, mishandeling en inbraken, en laten hun opdrachtgevers vaak ongemoeid. De politie is dus gefixeerd op zogenoemde 'aangiftecriminaliteit'. Volgens het rapport blijven georganiseerde delicten als wietteelt en xtc- productie te vaak buiten beeld.

Wrang

Dat is niet nodig schrijven de onderzoekers van het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap. Een voorbeeld is een moord op een lid van een criminele organisatie. In het rapport staat dat als het meest plausibele scenario luidt dat het een liquidatie is door de criminele concurrentie het wrang is als de moord tijdrovend wordt onderzocht, maar de achterliggende structuren en criminele kopstukken buiten beeld blijven.

Demotiverend

Deze gewoonte binnen de politie om vrijwel geen onderzoeken te beginnen naar lokale bendes werkt volgens de onderzoekers demotiverend voor politiemensen. Informatie die wordt opgedaan bij opsporingswerk op straat zou geregeld worden genegeerd, omdat politiemensen weten dat een strafrechtelijk onderzoek toch niet van de grond komt.

Irritatie

De onderzoekers spraken in 2011 en 2012 onder meer met 44 recherchechefs. Bij hen bestaat grote irritatie over het onvermogen om lokale misdaadbendes aan te pakken. Vier van de vijf criminele organisaties die bij de politie in beeld zijn, zouden niet worden onderzocht. Een onderzoekers zegt: 'Recherchebazen beseffen dat juist die criminele bendes verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de delicten waar de politie veel tijd aan kwijt is. Maar ze komen er simpelweg nauwelijks aan toe de groepen te bestrijden.' Rechercheurs kampen met een overmaat aan papierwerk waardoor ze niet of nauwelijks meer op straat komen.

Pakkans klein

De zogenoemde Teams Grootschalige Opsporing (TGO), die meestal uit zo'n twintig mensen bestaan, hebben een positief effect gehad op de oplossingscijfers van onder meer moordzaken, maar leggen een onevenredig groot beslag op de opsporingscapaciteit, zo concluderen de onderzoekers.

De kleine pakkans voor criminelen die opereren in een crimineel verband is volgens de onderzoekers een uitnodiging om de criminaliteit in te gaan. 'De lage pakkans is in criminele kringen bekend geraakt', schrijven ze.