Politiebaas Bouman heeft haast

‘Het kabinet heeft afgesproken om de 25 politiekorpsen om te vormen tot één nationale politie, bestaande uit tien politieregio’s.Gerard Bouman is sinds april van dit jaar de kwartiermaker van de nationale politie. Dat betekent dat hij verantwoordelijk is voor het samenstellen van het nieuwe landelijke politiekorps, dat eigenlijk op 1 januari 2012 van start moet gaan.’ Dat schrijft John van den Heuvel in De Telegraaf.

‘Om meerdere redenen is Bouman – ook de beoogde korpschef van de nationale politie – niet te benijden. Allereerst wordt de aanvangsdatum van de reorganisatie niet gehaald omdat de Tweede Kamer zich nog altijd moet uitspreken over de plannen. Op zich al vreemd dat een zo ingrijpende verandering van het politiebestel – de grootste reorganisatie in de Nederlandse politiehistorie – pas op het allerlaatste moment in de Kamer wordt besproken.

 

Die dreigende vertraging is een stevige domper. Volgens het kabinet moet de nationale politie namelijk zorgen voor een veiliger leefomgeving, meer vertrouwen bij burgers en meer tevredenheid bij agenten. Die ambitieuze doelstellingen laten dus ook langer op zich wachten.

Verder zal het uitstel tot nog meer financiële en organisatorische problemen leiden. Dat komt omdat de huidige organisatie langer in stand moet worden gehouden, terwijl daarbovenop de nationale politie wordt gevormd. Een bordje aan de deur van het bureau: ‘Tijdens verbouwing gesloten’ werkt natuurlijk niet bij een politieorganisatie.

Het uitstel betekent ook dat alle politiemensen in Nederland langer in onzekerheid blijven. Van de 100 topfuncties binnen het huidige politiebestel, krijgen slechts ongeveer 35 politiechefs beleidsbepalende functies. Voor de rest moet Bouman een ander plekje vinden. Het creëren van allerlei nieuwe leidinggevende baantjes geeft op de werkvloer veel onrust.

Nou kent Gerard Bouman die werkvloer gelukkig goed. Hij begon 40 jaar geleden als jong agentje bij de gemeentepolitie Rotterdam. Het was het begin van een droomcarrière. Na acht jaar stapte hij over naar het openbaar ministerie, waar hij als officier van justitie talloze grote politieonderzoeken leidde. Vervolgens vroeg burgemeester Deetman hem als korpschef van de regiopolitie Haaglanden, maar daarna was de koek nog niet op. Als hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) kreeg Bouman de taak de geheime dienst ingrijpend te reorganiseren.

Het laatste kunstje waar Gerard Bouman nu voor staat is meteen ook de zwaarste klus in zijn loopbaan. Hij beseft het zelf ook. Als AIVD-baas wist hij de politiek duidelijk te maken waarom de veiligheidsdienst zo’n belangrijke schakel vormt. Hetzelfde mag hij nu proberen voor de Nederlandse politie, die de laatste jaren binnen politiek Den Haag weinig meer in de melk te brokkelen heeft. Zorgen dat de politiek en daarmee de samenleving weer meer respect krijgt voor de Nederlandse politie, is de eerste loodzware klus voor Bouman. Daarnaast vragen acute problemen, als de dramatische ict bij veel politiekorpsen, om snelle actie. Het uitstel van de nationale politie, zal geen afstel betekenen. Maar gezien de grote problemen die Bouman moet gaan oplossen, is iedere dag vertraging er een teveel.’