‘Rapport’ opgemaakt over hoofdofficier (UPDATE)

In het geheime onderzoek dat de Amsterdamse justitie eind jaren negentig verrichtte, naar kindermisbruik door hoge justitie-ambtenaren, is over één hoofdofficier van justitie ‘een rapport’ met belastende informatie opgemaakt. Dat zei toenmalig officier van justitie Fred Teeven die verantwoordelijk was voor de criminele inlichtingendienst.

 

Door @Wim van de Pol

Teeven was getuige in een openbaar getuigenverhoor voor de rechtbank in Amsterdam.

Het zogeheten Rolodex-onderzoek speelde enkele maanden in 1997 en 1998 en kwam voor uit informatie van de Criminele inlichtingendienst (toen CID) geheten. Toen het onderzoek “tactisch” werd gemaakt richtte het zich op “NN”-verdachten die minderjarige jongens zouden misbruiken.

Teeven wilde voor de rechtbank met een beroep zijn geheimhoudingsplicht niets zeggen over de namen van de personen over wie informatie was binnengekomen. Eerder werd bekend dat de namen van toenmalig hoofdofficieren Jan Wolter Wabeke, Hans Holthuis en Henk Wooldrik figureerden.

Vier (hoofd)officieren

De verhoren in Amsterdam zijn aangevraagd door de voormalige jongensprostituee Bart van Well. Volgens zijn advocaat Martin de Witte waren er vier (hoofd)officieren van justitie bij Rolodex in beeld, plus twee politieambtenaren van het korps Amsterdam. Teeven was nauw betrokken bij het onderzoek. Hij zei dat het was mislukt omdat erover informatie was uitgelekt.

Er zijn in het onderzoek telefoons van onder meer justitie-ambtenaren afgeluisterd en ook observatieteams ingezet.

Een hoge politieman informeerde een van de mogelijke verdachten. ‘Dat zou best zo wel eens kunnen zijn gegaan’, zei Teeven hierover. Hij zei dat mensen die het niet hadden moeten weten waren ‘geïnformeerd’ over het feit dat het onderzoek liep.

De betrokken justitie-ambtenaren en een hoogleraar bleken volgens op de hoogte zijn, ze telefoneerden niet meer, er kon geen bewijs meer worden verzameld. Bij de hoogleraar is een huiszoeking gedaan die niets opleverde.

‘Zeer ontstemd’

Teeven en Vrakking waren hierover ‘zeer ontstemd’, zei Teeven, ’teleurgesteld is te zacht uitgedrukt’.

Teeven zei niet te weten welke actie is ondernomen over het informatielek.

Rapport

Teeven zei dat over één hoofdofficier van justitie een ‘rapport’ met belastende informatie is opgemaakt. Over een andere hoofdofficier is een rapport opgemaakt waarin stond dat er geen belastende informatie was aangetroffen. Ook over de twee politieambtenaren is een rapport met belastende informatie opgemaakt. Over wat er met die rapporten is gebeurd gaf Teeven geen informatie.

Demmink

De oud-secretaris-generaal van op Justitie, Joris Demmink, is nu verdacht van kindermisbruik in Turkije. Teeven zei ook dat hij op 15 oktober 2010 op zijn eerste dag als staatssecretaris van Justitie met Demmink ‘over het verleden’ had gesproken. Het was voor het eerst dat hij hem sprak. Teeven: ‘Hij had wel eens gelezen dat ik met iets bezig geweest waar hij ook in genoemd was.’ Teeven zei daarna desgevraagd: ‘Demmink was geen verdachte in het Rolodex-onderzoek.’

Dat was een open deur, want in het Rolodex-onderzoek “NN” – naar formeel nog onbekende verdachten – waren alleen mogelijke verdachten.

Geheimhoudingsplicht

Hoofdofficier Hans Vrakking heeft in 2014 gezegd dat Demmink wel voorkwam in het onderzoek. Een rechercheur die deelnam aan het Rolodex-onderzoek heeft onder ede verklaard dat Demmink wel degelijk figureerde in het onderzoek. Een andere rechercheur eveneens.

Verbazingwekkend is dat toenmalig minster van Justitie Ivo Opstelten aan de Tweede Kamer zei dat Demmink ‘op geen enkele manier’ voorkwam in het onderzoek. In antwoord op de vraag of Demmink misschien op een andere manier in het onderzoek voorkwam beriep Teeven zich donderdag voor de rechtbank op zijn geheimhoudingsplicht.

De rechtbank zal later nog bepalen of hij bepaalde vragen toch moet beantwoorden.

Joris Demmink zal worden verhoord op 3 juni.

Zie ook:

Getuigen gehoord over jongensprostitutie

Reconstructie Rolodex-onderzoek

Demmink was verdachte kindermisbruik