Rechtbank Amsterdam geeft hogere celstraffen voor vuurwapengeweld

De rechtbank Amsterdam legt veel hogere straffen op voor vuurwapengeweld en wapenhandel dan op andere plekken in het land. De straffen zijn in sommige gevallen vier keer hoger dan in andere rechtbanken. Daarmee willen de rechters in de hoofdstad het signaal afgeven dat geweld en liquidaties onacceptabel zijn. Dat meldt het AD.

Verschillen

Iemand die in Amsterdam in het openbaar met een pistool wordt gepakt kan een celstraf van één jaar krijgen, terwijl dat delict in andere rechtbanken meestal drie maanden cel oplevert. Op automatische wapens staat in Amsterdam anderhalf jaar cel, andere rechtbanken hanteren hiervoor negen maanden cel. Voor een handgranaat op straat staat in de hoofdstad anderhalf jaar cel, tegenover een half jaar in de rest van Nederland. De rechtbank geeft binnenkort een lijst vrij met alle richtlijnen.

Strafverzwarende omstandigheden

Naast hogere straffen voor bepaalde misdrijven hanteert de rechtbank ook nieuwe strafverzwarende omstandigheden. Zo worden straffen maximaal een half jaar hoger als wapens geladen zijn, er kinderen bij een wapenvondst aanwezig zijn, er een geluidsdemper gemonteerd is of munitie bewerkt is om meer schade te veroorzaken.

Onacceptabel

De Amsterdamse rechtbank wil een statement maken met de hogere straffen. ‘In de stad hebben we veel liquidaties en schietpartijen gezien, en ook zien we de bereidheid tot het gebruik van bijvoorbeeld handgranaten toenemen,’ zegt woordvoerder Domien Huijbregts van de Amsterdamse rechtbank tegen het AD. ‘Daarom willen we een signaal afgeven: dit is echt onacceptabel.’

De hogere straffen worden al in praktijk gebracht. Zo kreeg een 33-jarige Amsterdammer maandag vijftien maanden celstraf voor wapenbezit: twaalf voor het pistool, plus drie maanden omdat het geladen was. In andere rechtbanken levert dat delict meestal maximaal vier tot vijf maanden cel op.

Vraagtekens

Advocaten plaatsen vraagtekens bij de rechtvaardigheid van de Amsterdamse strafmaat, vooral omdat de rechtsgelijkheid in het geding zou zijn. De rechtbank daarover: ‘Rechtsgelijkheid is belangrijk, maar soms vragen lokale omstandigheden om lokale uitgangspunten.’