Rechtbank negeert procesafspraken: zeven jaar cel voor gijzeling en voorbereiding wapen- en drugshandel

De rechtbank in Arnhem heeft woensdag een 42-jarige man uit Arnhem veroordeeld tot zeven jaar cel voor het treffen van voorbereidingen voor de handel in vuurwapens en harddrugs. Ook was de man betrokken bij een gijzeling en lagen in zijn woning drugs en een vuurwapen met munitie. De rechtbank volgt de procesafspraken – gemaakt tussen de verdediging en justitie waarbij vijf jaar cel is geëist – niet.

Belangrijke schakel

De Arnhemmer was volgens de rechtbank een belangrijke schakel en nam deel aan veelvuldige en langdurige communicatie via encryptietelefoons over de organisatie van import en handel in verschillende soorten harddrugs en vuurwapens. Nadat een drugstransport in de haven van Antwerpen bleek te zijn mislukt, werd een man met geweld gegijzeld.

Vuurwapen naast bed

Het doel was om een onbekend gebleven persoon – die verantwoordelijk werd gehouden voor het mislukte drugstransport – te dwingen een aanzienlijk geldbedrag af te staan. Ook had de Arnhemmer naast zijn bed in de slaapkamer van zijn woning een vuurwapen liggen en had hij bijna een kilo harddrugs in zijn bezit.

Het Openbaar Ministerie maakte procesafspraken met de man. Die hielden in dat de verdediging geen onderzoekswensen zou indienen en geen bewijsverweren zou voeren bij de behandeling van de zaak. En dat de officier van justitie vijf jaar gevangenisstraf zou eisen.

Niet in redelijke verhouding

De rechtbank zegt woensdag in het vonnis niet afwijzend tegenover de procesafspraken te staan, maar geeft tevens aan een zelfstandige positie te hebben en verantwoordelijkheid te zijn om te toetsen of procesafspraken in stand kunnen blijven. In deze zaak is de rechtbank van oordeel dat de strafeis niet in een redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak. Mede daarom wijkt de rechtbank af van de procesafspraken.

Gelet op de aard en de ernst van de zaak en het sterk ondermijnende karakter van het handelen van de man, kan volgens de rechtbank niet worden volstaan met het opleggen van een minder of andersoortige straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven jaar.