Stukken Bethlehem-moord toch gevoegd

Het onderzoeksdossier naar de moord op hasjhandelaar Gerrie Bethlehem moet door het Openbaar Ministerie toch op tafel worden gelegd in de grote liquidatiezaak Passage. De beslissing van de rechtbank was een beetje verborgen gebleven en daarom ook niet terechtgekomen in de eerdere berichtgeving hierover. En dat terwijl dit besluit voor de loop van het proces explosieve gevolgen kan hebben. Cruciaal is de vraag of in dat dossier bewijs zit dat kroongetuige Peter la S. mogelijk die moord heeft gepleegd.

Eerder wees de rechtbank voeging van dit dossier af omdat de rechtbank geen reden zag te twijfelen aan de stelling van het Openbaar Ministerie dat in dat dossier geen verbanden met La S. aanwezig zijn. Maar op 18 april is de rechtbank op dat standpunt teruggekomen.

Getuigen F1 en F3 stellen dat zij van kroongetuige Peter la S. hebben gehoord dat hij iemand in een loods heeft doodgeschoten. Verdachte Jesse R. zei eind vorig jaar dat hij in 2002 met La S. en Bethlehem in een loods was en dat La S. Bethlehem daar toen heeft geëxecuteerd. Naar aanleiding van die verklaring ter terechtzitting van R. is nog onderzoek gedaan door de politie. De rechtbank gelastte op 18 april voeging van dat recente onderzoek. Het opsporingsbelang weegt minder zwaar dan het verdedigingsbelang omdat er momenteel geen ‘daadwerkelijk onderzoek meer plaatsvindt’, aldus de rechtbank in de tussenbeslssing.

En dan de verborgen zin: ‘In verband met dat laatste punt gelast de rechtbank ambtshalve tevens de de toevoeging van van de stukken die uit eerder onderzoek naar de moord op Bethlehem zijn voortgevloeid.’

Toch opvallend.

Misschien is de rechtbank van mening veranderd na het horen van getuige Rob de W. die heeft verteld dat hij van La S. heeft gehoord dat het in de loods met Bethlehem ‘uit de hand is gelopen’.

Gerrie Bethlehem zou in een loods gegijzeld en later vermoord zijn omdat hij voor een ingewikkelde mislukking van een hasjtransport verantwoordelijk is gesteld. Bij die deal speelde een zekere Richard Ebeli een rol. De uitleg die La S. aan de verhalen herover heeft gegeven zijn wat tegenstrijdig.

Eerst kent La S. Richard Ebeli wel, later niet meer. Terwijl drie getuigen zeggen dat La S. deze Richard zeker al lang en heel goed kent.

Eerst vertelt La S. over een groene Mercedes die gebruikt zou zijn bij de gijzeling. Later weet hij daar niets meer van.

Eerst zegt hij dat het idee was dat Bethlehem 300 kilo hasj moest leveren en dat deze daarna vermoord zou worden. Later weet hij daar niets meer van.

Vooral opvallend: de Utrechtse politie-rechercheurs, die de Bethlehem-moord goed kennen en hem in 2007 hierover verhoren, lijken La S. eigenlijk niet te geloven. Ze blijven hem maar op ongerijmdheden wijzen. Ze wijzen hem ook op verschillen met eerdere verklaringen.

Uit opmerkingen van die rechercheurs blijkt ook dat ze weten dat het in een loods is gebeurd. En ook dat ze onderzoek hebben gedaan naar de ingewikkelde hasjdeal die op achtergrond speelde.

Eigenlijk is de stand aldus:

In wat we nu weten over de moord op Gerrie Bethlehem zit meer meer bewijs tegen kroongetuige La S. dan in de dossiers van menige verdachte die in Passage terechtstaat.

Misschien heeft de rechtbank van Amsterdam hetzelfde overwogen.

De informatie in het dossier is belangrijk voor de geloofwaardigheid van kroongetuige Peter la S. De advocaten zijn zo overtuigd van de betrokkenheid van La S. bij de moord op Bethlehem dat ze in Artikel 12 klacht vervolging van La S. eisen.