Rechters als legkippen? (COLUMN)

Door Jillis Roelse

Lange zitting bij het Gerechtshof over een fraaie smokkel van amfetamine naar Engeland. Tijdens een schorsing kom ik een raadsheer tegen bij de koffieautomaat. Zij is een zeer ervaren rechter en zowel bij verdediging als openbaar ministerie geliefd en gevreesd voor haar messcherpe blik. Bij haar moet je als advocaat je argumenten dondersgoed onderbouwen. Anders kun je maar beter wijselijk je mond houden.

Ze aanvaardt mijn cappuccino en vertelt me dat de werkdruk voor de rechters in strafzaken steeds groter en groter wordt.  De aanklager die erbij is komen staan, bevestigt haar verhaal.

Over die werkdruk schreef ik schreef ik mijn eerste column voor Crimesite in januari van dit jaar. Zittingen moeten in steeds minder tijd worden afgedaan en liefst direct met een eindoordeel (schuldig of niet schuldig). Voor getuigenverhoren of onafhankelijk forensisch onderzoek lijkt steeds minder ruimte. Dat leidt immers tot aanhouding van een zitting. En een aanhouding van een zaak levert geen geld op.

In steeds meer zware zaken waar 3 rechters op zijn gezet (meervoudige strafkamers), kent in de praktijk maar 1 rechter echt het dossier. Wee de verdachte als die ene rechter dan net met zijn hoofd zit bij alle kerstboodschappen die hij nog moet halen en het things-to-do lijstje van zijn vrouw kwijt is.  Van die overige 2 rechters hoef je dan niks te verwachten. Die hebben het al stervensdruk met het lezen van al die andere zaken.

Inmiddels lijkt de bom steeds meer te barsten. Een aantal raadsheren van het Gerechtshof in Leeuwarden schreef onlangs een manifest met alarmerende kritiek. Hieruit blijkt dat rechtspraak steeds meer in een snelkookpan is gestopt met het ventiel potdicht. De kwaliteit van de rechtspraak staat “zodanig onder druk”, zo schrijven deze rechters, dat “veel zaken niet de aandacht krijgen die ze verdienen.” Inmiddels hebben meer dan 500 (!) rechters verspreid over heel Nederland het manifest ondertekend.

Dit kan nooit zo blijven goed gaan. In dezelfde week waarin het manifest uitkwam, gaf de Hoge Raad aan dat de moordzaak van de ‘zes van Breda’  moet worden heropend. De zaak is een van de grootse justitiele missers in de Nederlandse rechtspleging. Het gaat om de veroordelingen van 6 verdachten voor de doodslag in 1993 op een vrouw in Chinees restaurant Peacock in Breda. De veroordelingen bleken vrijwel uitsluitend gebaseerd op de bekennende verklaringen die de 3 vrouwelijke veroordeelden tegenover de politie hadden afgelegd, terwijl de politie niet alle getuigenverklaringen aan het dossier had gevoegd. Een vrouwelijke verdachte gaf toen al aan dat haar bekentenis niet juist was en onder zeer bedenkelijke omstandigheden tot stand was gekomen. De mannelijke veroordeelden hadden altijd ontkend dat zij bij dit misdrijf betrokken waren.

Hoeveel tijd hebben rechters tegenwoordig nog om dit soort nachtmerries in 2013 te voorkomen?  Wanneer realiseren politici zich nu echt dat je niet kan blijven bezuinigen op het rechtssysteem, om  in dezelfde adem steeds meer van dezelfde rechters te verlangen? De zorgen van de rechters over het hart van hun vak zijn meer dan terecht.

De schorsing is voorbij en  de zitting bij het Gerechtshof begint weer. Het blijkt dat de politie niet alle stukken aan de rechters heeft gegeven. Ik vraag om getuigenverhoren en nader forensisch onderzoek. De rechters wijzen het toe, mijn cliënt wordt in onmiddellijke vrijheid gesteld. Na afloop van de zitting zegt niemand wat, maar we denken allemaal hetzelfde.

Jillis Roelse is strafrechtadvocaat bij Roelse & Takens Advocaten te Amsterdam