‘Rechters leggen niet teveel taakstraffen op’

Minister Sander Dekker van Rechtsbescherming gaat onderzoeken of rechters ten onrechte te vaak taakstraffen opleggen. Maar volgens de Raad voor de Rechtspraak blijkt al uit recent onderzoek dat dit niet zo is.

Ernstig misdrijf

Het onderzoekscentrum WODC evalueerde de Wet beperking oplegging taakstraffen uit 2012. Dat onderzoek toont aan dat rechters die wet niet omzeilen door een taakstraf op te leggen voor een ernstig misdrijf, waar eigenlijk celstraf op hoort te volgen.

Begin 2012 werd een wetswijziging van kracht die bepaalde dat rechters niet meer alleen een taakstraf op kunnen leggen als een misdrijf in het spel is waar zes jaar cel op staat en een ernstige inbreuk hebben gemaakt op het slachtoffer. Ook als een verdachte binnen 5 jaar na zo’n straf in herhaling valt, is een taakstraf alleen toegestaan in combinatie met gevangenisstraf.

Korte celstraf

De kritiek is dat rechters bij de berechting van gewelds- of zedenmisdrijven soms kiezen voor een hele korte celstraf (van één of enkele dagen) en daarnaast een taakstraf.

Dat is volgens de Raad voor de Rechtspraak niet om de wet te omzeilen, maar omdat blijkt dat het ernstig ogende misdrijf feitelijk geen zware gevolgen had. Het WODC schrijft in zijn rapport:

Voor zover in die gevallen een solitaire taakstraf werd opgelegd, handelde de rechter in overeenstemming met de wet. Meer algemeen kon worden vastgesteld dat de officier van justitie en de rechter, binnen de ruimte die de wetgever biedt, steeds een nauwgezette afweging van verschillende strafmodaliteiten en hun werking maken.

Volgens de Raad voor de Rechtspraak streven rechters ernaar maatwerk te leveren als ze een straf opleggen. Ze bekijken per zaak welke straf het beste resultaat oplevert als het gaat om de verdachte, het eventuele slachtoffer en de samenleving als geheel.