Reconstructies met glassporen eenvoudiger met ‘glow-in-the-dark’-zand

Het NFI heeft een nieuwe techniek ontwikkeld om reconstructies met glassporen van de plaats delict mee uit te kunnen voeren. Ze maakt daarbij gebruik van zogenaamd ‘glow-in-the-dark’-zand.

Glow-in-the-dark-korrels spelen een rol in onderzoek met glassporen (beeld: HvA, Nicole Roelofse)

Glas op jas

Bij inbraken of plofkraken kan glas een rol spelen in de oplossing van de misdaad. Het gaat dan bijvoorbeeld om het vergelijken van glas van de plaats delict, met dat op de jas van een verdachte. Ook moet soms worden bekeken hoe lang glas op de jas van een dader kon blijven zitten.

Dat forensisch glasonderzoek kostte tot nu toe vaak dagen werk. Onlangs ontdekte het NFI om dit onderzoek efficiënter uit te voeren. Ze maakt daarbij gebruik van zogenaamd ‘glow-in-the-dark’-zand, dat gewoon in de hobbywinkel te koop is. Het zijn korrels, die veel op glas lijken en oplichten bij black light.

Glassporen

Twee jaar geleden startte het NFI met het ontwikkelen van methoden die helpen om het gedrag van sporen beter te onderzoeken. Te beginnen met glassporen, waar de Hogeschool van Amsterdam (HvA) een bijdrage aan levert.

De techniek gaat erover dat het tellen van deeltjes van het glow-in-the-dark-zand veel makkelijker is, omdat er foto’s van kunnen worden gemaakt, onder black light. Hierdoor kunnen de deeltjes en patronen worden gesimuleerd, om een reconstructie van de misdaad mee te kunnen maken. Er is onder meer een experiment gedaan met een autostoel, waarop glasdeeltjes zaten.

Foto: HvA/NFI, Nicole Roelofse

Om de glasdeeltjes te kunnen tellen, is er zelfs een algoritme ontwikkeld. De deeltjes kunnen zo automatisch worden geteld, in plaats van met de hand te moeten worden uitgeklopt en gesorteerd. Volgens het NFI kan dit dagen, tot zelfs maanden onderzoek schelen.