Remko van Lent werd getuige tegen wil en dank

Hij was een succesvolle accountant, tot zijn vastgoedprojecten mislukten. Een crimineel eiste vervolgens zijn geld op en dat dwong Remko van Lent het getuigenbeschermingsprogramma in. Niet met veel succes.

Op een ochtend in 2010 moet Remko van Lent (1968) als beschermde getuige zijn levensverhaal gaan vertellen aan de politie. Hij lacht als de opname wordt gestart en zegt: ‘Het is net een slechte film die voorbij komt’.

Van Lent is van heel hoog, heel diep gevallen. Op 28-jarige leeftijd was hij partner bij accountantskantoor PricewaterhouseCoopers (PWC). Hij werkte in Londen, waar hij bonussen opstreek met zijn fiscaal-juridische adviezen in het vastgoed. Maar het ging Van Lent niet snel genoeg. In 2002 liet hij zich uitkopen bij PWC, om zelf projecten te gaan ontwikkelen. Hij liet zijn oog vallen op grond in Jackson, Florida en in het skioord Aspen, Colorado. Hij kreeg (bonafide) geldschieters zover om hun vermogen naar prachtige residentiële complexen in de Verenigde Staten te laten stromen. Die complexen moesten nog wel gebouwd worden, en dat kwam niet rond. Zijn bedrijven gingen langzamerhand failliet. Van Lent dekte het ene gat met het andere, en raakte ook persoonlijk in de geldzorgen.

Ook geld dat Van Lent van crimineel Kris J. had aangepakt had Van Lent in de Verenigde Staten ondergebracht. Dat was evenzeer in rook opgegaan. Na een verblijf in de gevangenis dook deze J. weer op. Hij eiste zijn investering terug. Maar Van Lent kon zijn schulden niet meer betalen. J. blijkt dan in het criminele circuit vele kennissen te hebben. De broers Michel en Donald G. bemoeien zich met de zaak.

Van Lent zegt dat hij door hen wordt afgeperst tot op de laatste cent. In 2010 stapt hij met vrouw en kinderen in een getuigenbeschermingsprogramma. Hij moet verklaringen afleggen over de afpersingen door Michel en Donald G., Hells Angel Harry S. en anderen. Volgens Van Lent bedreigde deze groep ook andere mensen om geld, onder wie twee grote cocaïnehandelaren.

Toen Van Lent voor de rechter-commissaris in een strafzaak tegen de broers G. en Harry S. moest verschijnen ontstonden er problemen. Van Lent kwam niet opdagen, omdat aan hem gedane financiële toezeggingen van justitie niet zouden zijn nagekomen. Het OM vond dat Van Lent onredelijke eisen stelde en zijn beschermers probeerde te chanteren. De zaak liep al bij de rechtbank, toen de Staat in 2012 de overeenkomst met Van Lent opzegde.

Hij moest vervolgens afwachten hoe lang de Staat nog voor zijn bescherming wilde betalen. In Nederland liet hij niets dan brokken achter. De curator van het faillissement deed aangifte tegen hem. Tijdschrift Panorama beschreef in 2011 hoe zijn broer zijn leven zou hebben gered door zich persoonlijk aansprakelijk te stellen voor zijn criminele schulden. Van Lent had hypotheken genomen op de huizen van zijn broer en die van zijn ouders, die executoriaal zijn verkocht. Zijn ouders mochten nog af en toe telefoneren met hun kleinkinderen. Als ze vroegen hoe het weer bij hen was werd de verbinding verbroken.

Bekijk meer profielen van criminelen in Wie is wie.