Rijksrecherche kijkt naar lek Sensation

Het Openbaar Ministerie in Amsterdam heeft de Rijksrecherche opgedragen een oriënterend onderzoek doen naar publicaties over de mogelijke mishandeling van een zakenman door vechtsporter Badr Hari tijdens Sensation White in de ArenA dertien dagen geleden. De advocaat van Badr Hari had aangifte gedaan omdat volgens haar politieinformatie was gelekt naar De Telegraaf. Maar de Rijksrecherche zal kijken naar publicaties in meerdere media.

De Amsterdamse politie was al een oriënterend onderzoek gestart naar de herkomst van informatie in publicaties in de media. De Rijksrecherche heeft dit onderzoek inmiddels overgenomen en uitgebreid naar meerdere publicaties, dus niet alleen De Telegraaf.

De hoofdofficier van justitie laat de Rijksrecherche verkennen of de informatie mogelijk afkomstig is van bronnen bij politie of het Openbaar Ministerie. De leiding van het onderzoek ligt niet bij het Openbaar Ministerie in Amsterdam.

Overigens betreft dit een zogenoemd feitenonderzoek en geen strafrechterlijk onderzoek. Dat laatste wordt pas ingezet als de Rijksrecherche strafbare feiten heeft vastgesteld. Bij een feitenonderzoek mogen geen bijzondere opsporingsmethoden, zoals afluisteren van telefoons, worden ingezet, in de strafrechterlijk onderzoek kan dat wel, na toestemming van de rechter-commissaris. Concrete aanwijzingen hebben dergelijke onderzoeken in vergelijkbare gevallen meestal niet opgeleverd. Ook als de Rijksrecherche in een strafrechterlijk traject het lekken naar de media onderzoekt is de uitkomst doorgaans nihil.

Zie ook:

‘Theedoek Badr Hari gevonden’ 

‘Slachtoffer beschuldigt Badr Hari’