De Rotterdamse deken van advocaten is er kritisch over dat de Amsterdamse rechtbank een hard oordeel gaf over het pleiten advocaat Inez Weski in het vonnis in de zaak van Naoufal F.. In een persbericht stelt de deken dat de rechtbank hiermee een geschil opwerpt in plaats van dit met een vonnis te beslechten.

Geschil

De Rotterdamse deken Peter Hanenberg zegt:

Met een vonnis spreekt de rechter als laatste in een procedure en komt een einde aan een geschil. Als een rechter daarin overwegingen betrekt over het optreden van een advocaat, laat dit deze advocaat in een moeilijke positie. Weerlegging van een en ander is immers eerst in hoger beroep of cassatie mogelijk. In plaats van een geschil te beslechten is er nu een opgeworpen.

De discussie moet in de rechtszaal worden gevoerd, aldus de deken.

Beantwoord

Hanenberg zegt een gesprek met Weski te zijn aangegaan, niet op eigen initiatief, maar op uitdrukkelijk verzoek van Weski. De aanleiding was dus niet haar stijl van pleiten. Over de inhoud dat gesprek wil hij niets zeggen. Hij zegt wel dat bij hem levende vragen na de publiciteit over Weski in dat gesprek ‘voldoende zijn beantwoord’.