Ruim drie jaar cel geëist voor oplichting en afpersing van bijna half miljoen euro

Het Openbaar Ministerie heeft maandag voor de rechtbank in Assen 40 maanden celstraf geëist tegen de 30-jarige A. R. uit Assen. Hij wordt verdacht van meerdere oplichtingszaken over een langere periode en afpersing, waaraan hij volgens justitie rond de 450.000 euro verdiende. Een 22-jarige vrouwelijke medeverdachte uit Borgercompagnie hoorde 240 uur werkstraf en zes maanden voorwaardelijk tegen zich eisen.

Seks

De 30-jarige hoofdverdachte benaderde via meerdere vrouwen mannen, waarvan hij wist dat zij over aardig wat geld beschikten. De vrouwen hadden (seksueel) contact met de mannen. Nadat het contact was gelegd vroegen de vrouwen aan de mannen, onder valse voorwendselen, hen geld te geven. Daarbij werd volgens het OM geen argument onbenut gelaten. Veelal gingen de mannen op de verzoeken in.

Porsche

De zaak komt in een stroomversnelling op 23 april 2019. Op die dag rijdt de hoofdverdachte in een Porsche een vrouw aan, die daarbij gewond raakt aan haar beide knieën. De man verlaat vervolgens de plaats van het ongeval, maar wordt kort daarna aangehouden.

Voor tonnen opgelicht

De Porsche blijkt op naam te staan van de BV van een 60-jarige man uit de gemeente Pekela, die verklaart de auto aan de verdachte te hebben uitgeleend. De man blijkt contact te hebben gehad met een vrouw die ‘samenwerkte’ met hoofdverdachte A. R.. Uiteindelijk wordt de man door hen voor een bedrag van enkele tonnen opgelicht. Daarbij maakt hij onder meer geld over voor een niet bestaand appartement in Parijs. De man pleegt in april 2019 zelfmoord.

De hoofdverdachte staat ook in een vervolgonderzoek terecht waarin hij dezelfde handelswijze hanteert en zich gedurende een langere periode bezighoudt met oplichtingspraktijken.

Medeverdachte

Daarnaast is er volgens de officier van justitie in dit vervolgonderzoek sprake van de criminele en seksuele uitbuiting van de 22-jarige medeverdachte M. V. door de hoofdverdachte. ‘Hij wendde een relatie met haar voor, waarbij hij op ernstige wijze misbruik heeft gemaakt van haar afhankelijke en kwetsbare positie’, aldus het OM.

De vrouw staat als medeverdachte in de zaak terecht omdat ze zich volgens het OM ook zelf niet onbetuigd heeft gelaten en deels op eigen initiatief heeft gehandeld. Zij verdiende met haar werkzaamheden ruim 5.000 euro. De rest van het geld ging naar de hoofdverdachte.

Cruciale rol

De officier van justitie eist tegen de vrouw 240 uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van zes maanden. ‘Ze speelde een cruciale rol en vormde een onmisbare schakel in het geheel van handelen. Daarbij had zij overduidelijk wel een ondergeschikte rol ten opzichte van de hoofdverdachte.’

Beide verdachten moeten volgens het OM het met hun activiteiten verdiende geld afstaan. Het OM heeft daartoe een ontnemingsvordering aangekondigd.

De rechtbank doet over vier weken uitspraak.