De schaakzet van Demmink

Door Wicher Wedzinga

Met de aankondiging van Joris Demmink dat hij afziet van het recht om getuigen te laten horen, is de eindstreep in de civiele zaak die Stichting De Roestige Spijker heeft aangespannen bereikt. Het woord is nu aan de rechter, die zich weer kan storten op de eigenlijke procedure. En dat is die van Demmink tegen het Algemeen Dagblad. De Stichting had zich namelijk slechts gevoegd in die procedure.

(On)rechtmatigheid

Het feit dat de Stichting zich heeft gevoegd en er geen sprake is van “tussenkomst” betekent dat de rechter slechts uitspraak zal doen over de (on)rechtmatigheid van de artikelen in het AD, de rectificatie en de schadevergoeding. De video van de Stichting is geen onderwerp van geschil en de (on)rechtmatigheid wordt niet beoordeeld. De verklaringen worden meegenomen in een beslissing over het geschil tussen Demmink en het AD.

Pedofiele contacten

Centraal in dat geschil staat of de publicaties in het AD rechtmatig zijn. Mocht de rechter tot de conclusie komen dat het AD onrechtmatig heeft gehandeld dan heeft dat consequenties voor het (verdere) verspreiden van de Demmink-video waarvoor de Stichting zich inzet. Want in beide gevallen gaat het, zoals blijkt uit het “vonnis in incident” van 18 december 2013 om de vraag of Demmink beschuldigd mag worden van het feit dat hij er pedofiele contacten op nahoudt.

Twijfel

Dat Demmink seks met jongens heeft, lijkt niet voor redelijke twijfel vatbaar. Hij geeft het ook toe. Dat is iets anders dan een bekentenis zoals in het Katholieke Nieuwsblad wordt gesteld. Want er is niets mis mee. Het gaat om het misbruik van minderjarigen. En dat is another cup of tea. Vaak wordt dat verschil niet gezien. Dat misbruik van minderjarigen heeft Demmink altijd bestreden.

Mediacircus

Door af te zien van het horen van getuigen kaatst Demmink de bal terug. Zijn advocaat spreekt van het feit dat Demmink niet wil meewerken aan een mediacircus, maar deze strategische manoeuvre past heel goed in het bespelen van de media en de rechter. Het maakt een gedistingeerde indruk. De indruk van iemand die zeker is van zijn zaak. Middels zijn advocaat richt Demmink bovendien de schijnwerpers op diegenen die een lastercampagne tegen hem voeren. En tegelijkertijd is het zich afzetten tegen de media, althans tegen sommige, een zet die het bij veel rechters goed zal doen. Die zijn wars van abjecte sites waar juridische onzin wordt verpakt in laster en smaad. Objectief gezien een goede schaakzet.

Strapatsen

De Roestige Spijker heeft weliswaar een groot aantal getuigen laten horen, maar het heeft niet veel opgeleverd. Natuurlijk werden er uiterst compromitterende verklaringen over de seksuele strapatsen van Demmink afgelegd. En die kunnen waar zijn. Maar een juridische waardering leert dat die verklaringen elkaar op onderdelen tegenspraken, meestal “van horen zeggen” waren (waarom niet directe getuigen gehoord?) en soms tamelijk ongeloofwaardig overkwamen. Een pedoseksuele AG die kinderen misbruikt en ernstige strafbare feiten pleegt, laat de slachtoffers niet ronselen door medewerkers. Ik kan mij dan ook niet voorstellen dat het AD in zijn sas is met deze juridische interventie van de Roestige Spijker.

Schokkend

Wat resteert is voor de uitkomst van deze procedure niet van belang, maar niettemin meer dan schokkend. Er lijkt sprake te zijn van corruptie op het hoogste justitiële niveau. Waarom is dat zo lang verborgen gebleven? Wie zitten er achter? Wat stellen die onderzoeken van Rijksrecherche en BVD eigenlijk voor? Wat zijn de politieke consequenties? En in de tweede plaats rijst de vraag hoe het mogelijk is dat een secretaris-generaal van justitie die, hoe je het ook wendt of keert, meer of minder chantabel is, zich zo lang op deze positie kan handhaven?
Ik vrees dat het de vragen zijn die het langst blijven hangen. Ik hoop dat de Tweede Kamer het oppikt en er adequaat op reageert. Maar veel vertrouwen in de politiek heb ik niet.

Besmet

Resteert de strafzaak tegen Demmink. Dat onderzoek is al bij voorbaat besmet verklaard door de ronduit stupide opmerkingen van minister Opstelten. Nota bene de baas van het Openbaar Ministerie die het onderzoek verricht. Het zal namelijk volgens hem 'niets opleveren'. Of dat zo is, valt nog maar te bezien. Nog onlangs heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan waaruit mag worden afgeleid dat in bepaalde gevallen maar weinig steunbewijs nodig is om een veroordeling rond te krijgen. De verkrachtingen van de twee Turkse jongens zijn moeilijk bewijsbaar. Want in essentie berust het bewijs op de verklaring van een getuige annex slachtoffer. De zaak zal staan of vallen met de “redengevendheid” en bewijskracht van het steunbewijs.

Wicher Wedzinga is voormalig raadsheer en universitair hoofddocent, strafrecht analist, second opinion en columnist/schrijver.