Seriemoordenaar Aalt Mondria mocht drie keer op verlof
Aalt Mondria (9 mei 1956) uit het Overijsselse Vollenhove werd in 1976 voor het eerst veroordeeld, wegens bedreiging. Hij had toen ook al diefstallen gepleegd en branden gesticht. Omdat hij aan wanen leidde – zo dacht hij onder andere dat zijn lievelingsbroer Henk, die verongelukte, vermoord was – kreeg hij naast vier maanden cel, tbs (toen nog tbr) opgelegd.
Aalts behandeling sloeg niet aan: hij bleef agressief, was verslaafd aan alcohol en drugs en ondernam ontsnappingspogingen. Mondria, concludeerden de therapeuten, was een ernstig gevaar voor de samenleving. Desondanks vonden ze het een goed idee om hem in juli 1978 een dagje met verlof te sturen; dan kon hij zijn 17-jarige vriendin Hilda B. ontmoeten. Er ging één begeleider mee maar die lette niet zo goed op: Aalt sloeg met Hilda op de vlucht naar Amsterdam. Onderweg pleegde hij nog even een overval – opbrengst: 17.000 gulden.