Siem Wulfse: portieren en powerliften

De papieren Panorama lag al bijna in de oude krantenbak tot we plotseling Siem Wulfse gewaar werden. Prachtinterview met Wulfse (59), met verhalen uit de ouwe doos. Voor wie te jong is voor Wulfse: hij was ooit De sterkste Man van Nederland. Powerliften, dat is altijd zijn ding geweest. Karate vindt-ie niks: ‘Wat heeft het voor zin om je voor de lol op je bek te laten slaan.’ Wulfse vecht alleen ‘als het nodig is’. Soms was het nodig want hij was portier. Jongens zagen hem dan vechten en dan huurden ze hem in voor een avondje. ‘Kreeg ik aan het einde van de avond twee ruggen. Dan ga je weer een keer mee en moest er gevochten worden. Kreeg ik vijf ruggen. Dat was lekker.’

 

Wulfse zegt puur ‘van de bescherming’ te zijn geweest. Hij bemoeide zich zogezegd niet met de offensieve activiteiten van de jongens bij wie hij liep. Justitie dacht daar een keer anders over en ze veegde hem een keer mee een groepje drugsverdachten op. Maar, hij werd in hoger beroep vrijgesproken.

Over het criminele dat aan de kracht- en vechtsporten kleeft:

‘Het wil toch niet zeggen dat zo’n sportjongen dan in de drugshandel zit? In een normale baan kun je gewoon niet zoveel verdienen. (…) Hoeveel houd je nu over van je verdiende euro? Daarom heb ik nooit normaal werk gehad.’ Belasting betalen en sappelen is niet zijn ding. Hij zag zijn ouders keihard werken, ‘en nooit een dubbeltje overgehouden’. 

Wulfse kwam dus ook in de bajes terecht, een keer vier jaar lang, ‘waar ik het best naar mijn zin had met die gasten’. Die zaak ging om 500 kilo coke uit Brazilië. ‘Natuurlijk wist ik wat er gebeurde maar ik had er verder niks mee te maken. Toen bleek dat de politie de groep al een tijdje in de gaten hield. De zaak werd opgerold en ik kreeg zes jaar. Veel hoor, voor bescherming.’

De verdachte ‘moordmakelaar’ Fred R. kende hij van een discotheek waar hij werkte. Hij leerde hem in de bajes opnieuw kennen want ze zaten samen.

‘Ik heb nooit zaken met Fred gedaan maar justitie vertrouwt mij niet Laatst ben ik nog een keer door een arrestatieteam van de weg geplukt. Wilden ze dingen van Fred weten.’

Hij was goed in powerliften maar niet goed in boef zijn. Ook niet echt een zakenman. Kocht hij een discotheek, bleek die een paar honderd meter van het kamp te liggen. Niet goed opgelet.

‘Dus daar stond ik de eerste avond in mijn colbertje. Zo van: ik ben nu de baas van de zaak, ik ga niet meer portieren. Kwamen al die kampers binnen. Gelijk oorlog. Binnen de kortste keren lag ik weer te rollebollen, mijn hele colbertje aan flarden. Ik ben te goedgelovig om zakenman te zijn.’

Te goedgelovig maar houdt zielsveel van zijn gehandicapte zusje. Is Siem eigenlijk een liefdevol zacht ei?

Lachend: ja, eigenljk wel ja.’ 

In de papieren Panorama.