Slachtoffer in nevelen gehulde kopschopperszaak doet nieuwe aangifte

Het 52-jarige slachtoffer van de “Groesbeekse kopschopperszaak” heeft opnieuw aangifte gedaan van de zware mishandeling die hij in september 2013 ternauwernood overleefde. De Nijmegenaar wil dat een geheel nieuw team van politie en justitie de zaak opnieuw gaat onderzoeken. De zaak is gehuld in mysteries. Justitie trok zich in 2019 in hoger beroep plotseling terug. Dat schrijft de Gelderlander.

Groesbeekse aannemersfamilie

Het slachtoffer werd in 2013 op de kermis in Groesbeek bijna doodgetrapt. Bij een massale vechtpartij belandde hij op de grond en werd in zijn gezicht getrapt. Daarbij brak hij zijn kaken, oogkas, jukbeen en neus. Ook had hij een scheur in zijn oor en lip. De aanleiding voor het geweld zou een ruzie over een ex-vriendin zijn geweest.

In 2017 werden de vier kopschoppers, leden van een Groesbeekse aannemersfamilie, door de rechtbank veroordeeld tot tien maanden celstraf voor het medeplegen van poging tot doodslag. Twee jaar later werden ze echter vrijgesproken nadat justitie de strafzaak zelf afbrak. Dat gebeurt zelden. Waarom het Openbaar Ministerie zich terugtrok uit de zaak, is al jaren een mysterie. De reden daarvan mochten de rechters en het slachtoffer niet weten. Volgens justitie schortte het aan “een integere bewijsvoering”.

Zaak moest geheim blijven

Minister Ferd Grapperhaus weigerde Kamervragen te beantwoorden. Volgens hem zijn er “zwaarwegende belangen” waarom de zaak geheim moet blijven. Grapperhaus werd in mei 2019 op de hoogte gebracht van het feit dat het OM zich uit het hoger beroep terugtrok.

Het Nijmeegse slachtoffer heeft inmiddels niet in Arnhem, maar bij het Openbaar Ministerie in Utrecht aangifte gedaan. Zijn advocaten willen dat een nieuw team van politie en justitie, dat geen enkele band heeft met Gelderland of Groesbeek, gaat onderzoeken wie hun cliënt in 2013 op de kermis mishandelde.