Strafzaak tegen kopstukken No Surrender na half jaar hervat

Op maandag 16 december wordt in de rechtbank in Groningen de strafzaak tegen verschillende kopstukken van motorclub No Surrender hervat. De rechtszaak lag de afgelopen zes maanden stil. Voor de strafzaak tegen hoofdverdachte Henk Kuipers (55) uit Emmen en drie medeverdachten (waaronder Klaas Otto) zijn drie dagen uitgetrokken.

Twaalf strafbare feiten

De oud-voorman van No Surrender wordt verdacht van twaalf strafbare feiten, waaronder het leidinggeven aan een criminele organisatie, afpersing van ondernemers (in totaal 900.000 euro), valsheid in geschrifte en zeven geweldsmisdrijven gericht tegen leden van No Surrender (de zogeheten bad standings). Voor de bespreking van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van Kuipers trekt het Openbaar Ministerie drie dagen uit. Aansluitend zal hij in de zaken van de drie medeverdachten als getuige worden gehoord.

Voorjaar 2020

De medeverdachten zijn de 56-jarige Theo ten V. uit Klazienaveen, de 43-jarige Rico R. uit Hulst en de 52-jarige Klaas Otto uit Bergen op Zoom. Een datum voor de eis in de zaak tegen de 61-jarige Fred W. uit Sneek moet nog gepland worden. Hij is ernstig ziek. De pleidooien zullen in het voorjaar van 2020 plaatsvinden.

Uitstel

De strafzaak tegen de No Surrender-leden werd uitgesteld doordat Kuipers advocaat Roy van der Wal in juni ziek werd in Thailand en daardoor naar eigen zeggen niet terug kon vliegen. De rechtszaak tegen Kuipers rechterhand Theo ten V. werd daarna ook uitgesteld, omdat beide zaken teveel met elkaar verweven zijn.

Klaas Otto

Henk Kuipers kwam in januari dit jaar op vrije voeten. Klaas Otto zit inmiddels drie jaar in voorarrest op verdenking van witwassen, bedreiging, zware mishandeling en afpersing. Hij werd vorig jaar veroordeeld tot zes jaar cel. Otto zei eerder dat hij, als hij niet in hoger beroep was gegaan, in aanmerking zou komen voor detentiefasering: bedoeld om gedetineerden voor te bereiden op hun terugkeer naar de maatschappij. Maar het gerechtshof Den Bosch oordeelde dat Otto voor detentiefasering niet in aanmerking komt en vast moest blijven zitten.