Strengere regels voor terugkeer gevangenen in maatschappij

Een nieuwe gevangeniswet stelt strengere voorwaarden aan gevangenen. Zij moeten aan een plan voldoen, om mee terug te kunnen keren in de maatschappij. Daarin wordt ook het risico voor slachtoffers duidelijker opgenomen.

Voorwaarden

De Dienst Justitiële Inrichtingen zet de belangrijkste punten uit de wet in haar eigen magazine deze week op een rij.

Iedereen die na ingang van de wet wordt veroordeeld, valt onder de nieuwe regels van ‘voorwaardelijke invrijheidstelling’: de tijd die een gevangene eerder vrijkomt, als hij zich aan voorwaarden van de rechter of de reclassering houdt. Die is nog steeds een derde deel van de straf, maar mag daar straks nog maar maximaal twee jaar onderdeel van zijn.

Voor mensen die tot zes jaar cel krijgen, maakt dat niets uit. Maar bij dertig jaar cel komt een veroordeelde hier pas na 28 jaar voor in aanmerking. Het komt erop neer dat zij veel langer moeten zitten en ook dat er een groot verschil is tussen gedetineerden die voor en na inwerkingtreding van de wet veroordeeld zijn.

Terug

De wet brengt ook verandering in het verlof voor gevangenen. Het verlof voor begrafenissen en andere levensgebeurtenissen blijft. Maar alle andere verloven worden alleen gegeven als ze bijdragen aan de veilige terugkeer van de gevangene in de samenleving.

Voor gevangenen komt er ook een reïntegratieplan. Daarin wordt omschreven hoe de gedetineerde aan een toekomst werkt zonder criminaliteit. Mogelijk verlof is afhankelijk van dat plan. Ook is dat plan een voorwaarde, om in de laatste periode van de gevangenschap in een minder beveiligde inrichting te kunnen werken aan terugkeer in de maatschappij. Voortaan mogen gedetineerden die hierin verblijven, het geld wat ze er verdienen zelf houden, om zo bijvoorbeeld schulden te kunnen afbetalen. In het terugkeerplan van de gevangene zijn ook de risico’s voor slachtoffers opgenomen.

Aan het werk

Verder kunnen korter gestraften (tot een jaar) nu ook in het laatste deel van hun straf, eventueel met een enkelband, in een programma buiten de gevangenis aan het werk gaan, of een opleiding volgen.

Tenslotte zijn er voorwaarden voor gedetineerden die niet willen werken in hun detentie. Zij kunnen rechten verliezen in de gevangenis. Gevangenen die zich misdragen, kunnen ook hun recht op werk verliezen. Zo krijgen de werkmeesters in de inrichtingen niet te maken met gedetineerden die geen zin hebben om te werken.

De nieuwe regels hebben gevolgen voor partijen als gemeente en reclassering, omdat er door de kortere voorwaardelijke vrijheid minder tijd is om gedetineerden terug te begeleiden naar de maatschappij, stelt DJI.