Taghi: ik word niet onmenselijk behandeld (UPDATE)

Bij monde van zijn advocaat Inez Weski ontkent de van zeker vijf moorden verdachte Ridouan Taghi dat hij vindt onmenselijk te worden behandeld in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught. De Telegraaf schreef dat vrijdag naar aanleiding van een procedure die Taghi heeft aangespannen tegen zijn verblijf in de EBI bij de RSJ.

Ernstige bezwaren

Taghi zegt heeft ernstige bezwaren te hebben tegen de wijze waarop in de krant meningen aan hem zijn toegeschreven en tegen ‘de sfeer’ in het Telegraaf-artikel. Weski:

Hij stelt nimmer termen als onmenselijkheid aangevoerd te hebben ten aanzien van de omstandigheden in de EBI. Zijn bezwaren concentreren zich op het schenden van fundamentele grondrechten met het EBI regime. Cliënt benadrukt dat het personeel in de EBI het werk correct verricht.

Andere orde

Volgens Taghi is hij wel beperkt in zijn contacten, met bijvoorbeeld alleen bezoek achter glas. Weski:

De term onmenselijkheid moet volgens hem van een andere orde worden beschouwd en past meer bij de omstandigheden waaronder zijn twee broers in Marokko in detentie verblijven. Namelijk zonder matras op een kale vloer in isolatie verblijven, geen dekens of kussen, nauwelijks voedsel, één keer in de 20 dagen mogen wassen, geen handdoeken, geen tv of radio of anderszins recreatie, geen medische verzorging, enz. Cliënt stelt dat hij dus niet klagend en als het ware in tranen in de EBI zit.

Weski noemt het ‘verbazingwekkend’ dat de Telegraaf-journalisten informatie hebben gekregen over interne detentieprocedures. De RSJ zegt nooit informatie over lopende procedures naar buiten te brengen.