Taghi wil niet meer meedoen aan ‘schijnproces’ bij de rechtbank

Ridouan Taghi tegen wie levenslang is geëist wegens het opdracht geven voor meerdere liquidaties, heeft via zijn nieuwe advocaten laten weten niet meer mee te willen doen aan het proces bij de rechtbank. Op 19 juli besloot de rechtbank dat de drie nieuwe advocaten geen extra tijd zullen krijgen om het dossier te bestuderen. Ze hadden om negen maanden uitstel verzocht om dat ze doen. Taghi zat na het terugtreden van de van lidmaatschap van een criminele organisatie verdachte Inez Weski zonder advocaat. Arthur van der Biezen, Michael Ruperti en Sjoerd van Berge Henegouwen zijn de nieuwe advocaten. Ze namen eerder geen deel aan het Marengo-proces tegen Taghi.

Dossierkennis

De nieuwe advocaten zeiden de negen maanden nodig te hebben om het dossier van ongeveer 50.000 pagina’s te bestuderen, maar ook de processen-verbaal van de voorafgaande zittingen en de bestudering van de reeds gedane onderzoekswensen.

De rechtbank vindt het uitstel niet nodig omdat dossierkennis gezien de stand van het proces niet noodzakelijk is. De beslissing van de rechtbank luidt als volgt: ‘Al het voorgaande in aanmerking nemend wijst de rechtbank het verzoek van de verdediging om een aanhouding van negen maanden waarna een regiezitting bepaald zou kunnen worden, af. De belangen van verdachte Taghi bij een dergelijk lang uitstel wegen gelet op het bovenstaande minder zwaar dan de belangen om de zaak in eerste aanleg zonder verdere vertraging af te ronden’.

Poppenkast

In een persverklaring van de advocaten staat:

Na bestudering van de overwegingen van de rechtbank heeft Taghi zijn advocaten laten weten dat hij concludeert dat het vonnis kennelijk al klaarligt en dat de rechtbank het vonnis wat hem betreft beter gewoon kan opsturen, zoals hij al eerder in het proces heeft gezegd. Dat vrijwel al zijn onderzoekswensen en die van de medeverdachten zijn afgewezen bevestigt zijn conclusie dat deze rechtbank bevooroordeeld is. Cliënt geeft aan niet meer mee te doen aan deze “poppenkast en schijnproces”.

De advocaten zeggen ‘verbaasd’ te zijn dat de rechtbank dossierkennis niet noodzakelijk vindt. ‘Kennelijk behoeft cliënt in de visie van de rechtbank niet meer te beschikken over raadslieden die over enige dossierkennis beschikken’.

Ze vinden dat de zienswijze van de rechtbank indruist tegen de beginselen van een eerlijk proces. De advocaten zeggen de wens van hun cliënt te zullen respecteren en door te gaan met het bestuderen van de stukken.

De rechtbank wilde eerst in oktober uitspraak doen in de zaken tegen Taghi en medeverdachten. Maar begin van deze maand kwam de rechtbank op die plannen terug. Een nieuwe datum voor het vonnis is nog niet vastgesteld.