Telefoontaps steeds minder waardevol

‘De politie heeft steeds minder aan haar belangrijkste opsporingsmiddel, de telefoontap. De ontwikkeling van alternatieve communicatiemethodes gaat zo snel, dat communicatie aftappen binnen afzienbare tijd veel te bewerkelijke en te eenvoudig te omzeilen opsporingsmethode wordt.’ Dat schrijft ochtendkrant Spits vandaag.

‘Dat stelden experts gisteren op een congres van het Nationaal Forensisch Adviesbureau in Utrecht. ,,Ping op de Blackberry, Skype en WhatsApp zijn niet of nauwelijks af te luisteren omdat het om internetverkeer gaat, dat bovendien versleuteld is”, zegt telecomexpert Marien Kuylman, vroeger hoofd van de Amsterdamse tapkamer en tegenwoordig deskundige in strafzaken.

Volgens de Nederlandse wet moet elk communicatiemiddel afluisterbaar zijn, maar dit juridische vangnet voor speurneuzen is achterhaald door de opkomst van internet. Zelfs als zulke diensten wel tapbaar worden, is het volgens Kuylman dweilen met de kraan open. ‘Binnen een aantal maanden ontwerp je een nieuw communicatiemiddel, dat je binnen no time wereldwijd verspreidt. De meeste ontwikkelaars zitten in het buitenland, die hebben niets te maken met het Nederlands recht’, zegt Kuylman.

Het enige mogelijke alternatief is tappen via internet, maar dat stuit op het praktische bezwaar dat nog meer informatie verwerkt moet worden. Nu al worden in strafonderzoeken maar enkele van vele duizenden gesprekken als bewijs gebruikt.

Nederland is wereldwijd koploper in het aftappen van telefoons, in 2009 stonden gemiddeld per dag 2100 telefoonnummers onder de tap. Sinds de IRT-affaire in 1996 een einde maakte aan omstreden opsporingsmethoden als infiltratie, maakt de recherche vooral gebruik van het afluisteren van telefoons, omdat dit in theorie de minst grote inbreuk op de privacy van verdachten is.

Door het overenthousiaste gebruik van telefoontaps door de politie zijn criminelen tegenwoordig erg voorzichtig aan de telefoon. Ze bespreken geen zaken meer en als ze al contact hebben, is dat meestal in codetaal. Wel worden de verkeersgegevens van de telefoon steeds vaker gebruikt om aan te tonen dat een verdachte op een plaats delict is geweest.

Op deze gegevens valt alleen vaak veel af te dingen, omdat het gsm-netwerk niet bedoeld is om locatie te bepalen. Tijdens het congres werden advocaten gisteren getraind om gaten te schieten in de volgens Kuylman vaak ‘veel te stellige conclusies’ die de politie trekt uit data van zendmasten.’

(door Jan-Willem Navis)