Het bewijs tegen Jeroen S.

Het onderzoek tegen de tattoo-verdachten in de zaak van de mislukte moordaanslag op Marlon Dalfour in augustus 2009 is rond. De inhoudelijke behandeling begint op 1 juni in de rechtbankbunker in Amsterdam-Osdorp. Op een pro forma-zitting vrijdag vroeg de advocaat van Jeroen S. om opheffing van diens voorlopige hechtenis. Tegen Jeroen S. ligt net wat minder bewijs dan tegen de broers Cor en Brian P. en tegen de voortvluchtige Evert S. 

Door Wim van de Pol

De officier van justitie liet ter zitting weten dat de verhoren bij de rechter-commissaris van de belangrijke getuige K. zijn afgerond en dat dit het laatste onderzoek in de zaak is geweest. Over de aanslag in Amsterdam-West op 10 augustus 2009 heeft de politie flink wat bewijs in de vorm van dna-materiaal, telefoongegevens en observaties. In een woning in Amstelveen vindt de politie wapens en onder meer een mobiele telefoon.

De politie heeft camerabeeld waarop te zien is dat de verdachten vlak vóór de aanslag die woning verlaten. Na de aanslag keren ze er terug. Kort daarna worden ze aangehouden.

Ook van Jeroen S. staat ook vast dat hij samen met de medeverdachten in de woning terugkeert. Veel meer is er over die aanslag niet tegen hem.

‘Het is slechts zo dat het bewijs uitwijst dat Jeroen S. de aanslag kán hebben gepleegd,’ zei advocaat Anique Slijters. ‘Er hangen nog meer mensen rond de zaak die nu niet in beeld zijn. Er is ook dna gevonden van onbekenden.’

Van S. is geen dna-materiaal op de plaats delict gevonden, er is geen direct telecom-bewijs tegen hem en er zijn geen getuigen die hem beschrijven. 

Hoewel Jeroen S. ook medeplegen van diefstal en heling van auto’s ten laste is gelegd is er volgens zijn advocaat Anique Slijters niets dat hem aan die voertuigen linkt. Ook niet aan de vervalste kentekenplaten. Er is ook geen bewijs dat Jeroen S. wapens voorhanden heeft gehad.

Het bewijs draait om het gegeven dat S. deel uitmaakte van een groep, waarvan de politie denkt, en waarover het Openbaar Ministerie vermoedt dat dit een criminele organisatie is geweest die huurmoorden pleegde. 

Maar het Nederlandse strafrecht kent geen groepsaansprakelijkheid. ‘Als de groep iets doet, dan betekent dat niet dat mijn cliënt ook iets doet’, zei Slijters. De officier van justitie betoogde dat het gaat om medeplegen en dat er kennelijk een langere periode is geweest dat de groep voorbereidingen pleegde voor een moord. En S. is ook verdachte van voorbereidingshandelingen.

Slijters vroeg de rechtbank per tenlastegelegd feit te motiveren waarop de ernstige bezwaren zijn gebaseerd, op grond waarvan S. in voorlopige hechtenis zit. Slijters vroeg om opheffing van de voorlopige hechtenis.

De oficier van justitie adviseerde de rechtbank niet per feit te gaan motiveren. Volgens hem zou de rechtbank daarmee een ‘paard van troje’ binnenhalen. De advocaat zou daarmee munitie in handen krijgen om de rechtbank te wraken omdat de rechtbank zich dan al uit zou laten over de inhoud van de zaak. 

‘Onzin’, zei Slijters, ‘we hebben geen behoefte aan wraking. Bovendien kan de rechtbank nog geen eindoordeel geven, want er is nog geen inhoudelijke behandeling.’

Jeroen S. verblijft in een normaal huis van bewaring maar zit onder een zeer zwaar regime, net als overigens Brian P. De twee staan op een lijst waarop het Openbaar Ministerie gedetineerden die risico zouden veroorzaken plaatst. Tegen plaatsing op die lijst is geen rechtsmiddel in te brengen. Over de motivering van de plaatsing op die lijst hoeft het OM geen toelichting te geven.

In de praktijk betekent dat voor Brian P. en Jeroen S. dat ze 23 uur per dag alleen achter de deur zitten. Luchten is hun enige activiteit. Werk of recreatie is uitgesloten voor hen. Cor P. zit in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught.

Aan het einde van de ochtend heeft de rechtbank laten weten het ‘begrijpelijk’ te vinden dat Slijters nadere motivering voor de ernstige bezwaren tegen opheffing van de voorlopige hechtenis wil weten, maar die niet te willen geven. ‘De rechtbank blijft bij het oordeel dat er voldoende ernstige bezwaren en gronden zijn.’ Het wachten is voor Jeroen S. op de inhoudelijke behandeling. Op 18 juli doet de rechtbank uitspraak.

Tattoo-zaak in juni behandeld 

Nieuwe verdenking tattoo-verdachten 

Zoeking in pand tattoo-voortvluchtige 

Onderzoek zaak Onno Kuut in Leerdam 

Alle berichten over de tattoo-zaak.