Te weinig agenten voor aangifte

Slachtoffers van misdrijven moeten steeds langer wachten om aangifte te kunnen doen bij de politie. Twee politiebonden bevestigen dat, naar aanleiding van enkele gevallen in Apeldoorn.

Wachten

Een vader van een 16-jarig meisje dat vorige week zaterdag ernstig werd mishandeld, kon pas na zes dagen bij de politie terecht voor aangifte. Een 22-jarige jongen uit dezelfde stad, die zwaargewond raakte nadat hij een aantal jongens die meisjes lastig vielen aansprak en daarop in elkaar geslagen werd, moest maar liefst negen dagen wachten tot zijn aangifte kon worden opgenomen.

Funest voor vertrouwen

‘Late aangiftes zijn onacceptabel’, reageert Jan Struijs, voorzitter van de Nederlandse Politiebond, in dagblad De Stentor. Hoewel feitelijke cijfers ontbreken, erkent hij het probleem. ‘Burgers moeten veel te vaak dagen wachten. Dat is funest voor het vertrouwen in de politie.’ Politiebond ACP bevestigt het verhaal van Struijs. De politie in Apeldoorn maakt op haar website-pagina excuses voor de lange wachttijd van de aangifte.

Struijs stelt dat de lange wachttijd voor aangiftes te maken heeft met de onderbezetting bij de politie. ‘We hebben sterk de indruk dat het een groeiend probleem is, op basis van de verhalen die we van politieagenten horen.’

Tevredenheid

Vorig jaar stelde het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) nog vast dat de tevredenheid van de burger over contacten met de politie bij meldingen en aangifte is toegenomen, hoewel het dan over de lange termijn gaat: van 2000 tot 2015. Sinds 2012 zou daar geen verandering in hebben plaatsgevonden.

De zogenaamde meldings- en aangiftebereidheid van bekende vormen van criminaliteit is wel relatief laag: bijna twee derde van alle delicten wordt niet bij de politie gemeld en bijna driekwart wordt niet aangeven. Er is dus sprake van een groot ‘dark number’ van criminaliteit dat buiten de politieregistratie blijft, aldus het CBS.