Terreur en de rechtsstaat (COLUMN)

De dag na de moord op advocaat Derk Wiersum is er één als alle andere: weer een liquidatie in Amsterdam-Zuidoost, een handgranaat gevonden in Veenendaal en vier ton drugsgeld in een pand in Zwijndrecht geveegd.

Door Wim van de Pol

Het is allemaal gewoon de orde van de dag.

De liquidatie van de advocaat is dat niet omdat het een terreurdaad is. De opdrachtgever heeft er het rechtssysteem een slag mee toegebracht. Kennelijk maakt het niet uit of het leven dat werd weggenomen persoonlijk bij een zaak betrokken is. Dat is de essentie van terrorisme: angst zaaien in het land.

Daarmee is met de moordaanslag op Derk Wiersum een grens overschreden. Wiersum was geen rivaal, geen bekende of familie van de kroongetuige. Hij was dan wel de advocaat van de kroongetuige maar dit gaat om iets anders. Hij was een burger, iemand die zijn rol speelde, zijn werk deed als proces-deelnemer. Werk dat ook door een andere advocaat had kunnen worden gedaan. Daarmee was Wiersum een willekeurige burger van de rechtsstaat. Het was niet een aanval op een rivaal. Het was een aanval op de rechtsstaat. Dat is belangrijk om te beseffen. Want welke advocaat wil nu de kroongetuige nog bijstaan?

Derk Wiersum had signalen vernomen dat er risico’s kleefden aan zijn werk als advocaat van een kroongetuige. Tegenover Het Parool zei hij die niet concreet genoeg te vinden om zware beveiliging te accepteren. In het beklemmende gevoel dat terreur met zich meebrengt komt de discussie over beveiliging naar voren. Een grensverleggende aanslag als deze stelt de rechtsstaat voor grote problemen. Hoe kan die immers alle advocaten, officieren van justitie en rechters, en andere burgers, beschermen?

Het kan niet. Want: wie moet er wel en wie moet er niet een zwaar beveiligingsprogramma krijgen? Hoe moet het met gezinsleden? Wat als iemand geen beveiliging wil? Of als iemand alleen een deel van de voorgestelde beveiliging wil? Dit alles nog los van de vraag of er menskracht voldoende is om dit allemaal uit te voeren.

We zouden willen dat de rechtsstaat zijn burgers kan beschermen tegen moordenaars. Het is helaas onmogelijk, omdat de mensen die in de rechtsstaat wonen en werken te kwetsbaar zijn. Mensen kunnen hooguit voorzichtig zijn. En de staat kan moordenaars opsporen, voor de rechter brengen, en opsluiten.

De beklemming die mensen voelen na een aanslag als die op Derk Wiersum komt vooral voort uit de gedachte wat de volgende aanslag op kwetsbare burgers zou kunnen zijn. Termen als “Mexico aan de Amstel” vallen al snel.

Maar Nederland is helemaal geen Mexico, geen Colombia en zelfs geen Italië, waar begin jaren negentig van de vorige eeuw een onderzoeksrechter en een officier van justitie door een bomaanslag werden geliquideerd. Wie zo’n vergelijking zomaar maakt is een misleider. Het is appels en peren vergelijken omdat de omstandigheden in die landen als dag en nacht met die in Nederland verschillen.

Onheilsberichten over de greep op de drugsoorlog die Nederland aan het verliezen zou zijn worden versterkt door de aanslag op een advocaat.

Het heeft de charme van aannemelijkheid maar het klopt niet.

Alle handel, ook drugshandel, gedijt het best bij rust en vrede. Altijd zal winstgevende illegale handel, zoals de drugshandel, soms samengaan met liquidaties. Maar de war on drugs zal sowieso nooit gewonnen worden. Moord in Zuidoost, de politie pakt tonnen cash en drugs, handgranaten (nu ook in Veenendaal), het blijft aan de orde van de dag.

En terreuraanslagen zoals die op Derk Wiersum?

Helaas zullen burgers altijd kwetsbaar zijn. Maar burgers zullen beseffen dat de rechtsstaat veel sterker is. Niemand kan de rechtsstaat aanpakken als zomaar één of andere rivaal uit de drugshandel. Pablo Escobar probeerde het in Colombia, Los Zeta’s in Mexico, Cosa Nostra in Italië. De rechtsstaat bleek telkens te sterk, de opdrachtgevers gingen ten onder.