Twee ouders en hun kind stappen naar het gerechtshof om te eisen dat het Openbaar Ministerie op te dragen Boeing, Turkish Airlines en de Luchtverkeersleiding Nederland strafrechterlijk te vervolgen. Zij stellen dat de bedrijven zich hebben schuldig gemaakt aan grove nalatigheid of verwijtbaar onzorgvuldig handelen. Een 737-800 van Turkish Airlines crashte op 25 februari 2009 vlakbij Schiphol, er kwamen negen mensen om het leven en ruim tachtig passagiers raakten gewond.

Volgens de raadsman van het gezin, Michel van Stratum, ligt de beschuldiging niet in de sfeer van opzet maar in de nalatigheid. Boeing had volgens hem moeten zeker stellen dat in de 737 een correct werkende linker hoogtemeter was geïnstalleerd en een corrigerend autocorrectiesysteem moeten installeren. Het vliegtuig was nu afhankelijk van een enkel hoogtemetend systeem.

Er was bekend dat er falen voorkwam en Boeing heeft eerder civiele aansprakelijkheid niet betwist. Het bedrijf heeft slachtoffers geld uitgekeerd, net als overigens Turkish Airlines.

Volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid hebben de piloten fouten gemaakt. Ze hebben de door Boeing voorgeschreven criteria niet goed gevolgd en checklist niet goed afgewerkt. Het disfunctioneren van de hoogtemeter is tijdens de vlucht niet door de piloten zelf opgelost. En het door Turkish Airlines voorgeschreven protocol is ook niet goed gevolgd: de landing had moeten worden afgebroken zodat doorstart mogelijk werd. Verder bleken lang niet alle defecten van het toestel in het logboek te zijn gezet. 

Overigens zijn beide vliegers overleden tijdens het ongeluk. Niettemin ziet Van Stratum aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid voor Turkish Airlines.

Van Stratum zegt tegen Crimesite dat hij Turkish Airlines als grootste boosdoener ziet, maar dat hij zich kan voorstellen dat Turkish Airlines, Boeing en de luchtverkeersleiding gaan ‘zwartepieten’ over de schuldvraag. ‘Maar ze mogen er in ieder geval niet me wegkomen’. Hij overweegt ook in de VS aangifte tegen Boeing te gaan doen.

De luchtverkeersleiding maakte volgens Van Stratum de fout het toestel “verkort” (met een snelle draai) te hebben laten oplijnen naar de landingsbaan zonder daarbij de vliegers expliciet een mededeling te hebben gedaan over de consequentie dat de hoogte gecorrigeerd moest worden om goed in het glijpad terecht te komen.

Zie ook:

Mogelijk klacht nabestaanden crash