‘Uit angst’ overbuurman doodschieten: elf jaar cel

De rechtbank in Den Haag heeft dinsdag een 52-jarige man wegens doodslag veroordeeld tot elf jaar cel omdat hij op 8 januari 2019 zijn overbuurman aan de Netscherstraat, in de Schilderswijk in Den Haag doodschoot. Die man werd door drie kogels geraakt.

Woonwijk

De schietpartij vond plaats op klaarlichte dag, midden op straat, in een woonwijk. Tussen de twee mannen was een discussie ontstaan over de vraag of de overbuurman al dan niet naar het huis van de schutter had gekeken. Na het schieten is de verdachte weggelopen en liet hij het slachtoffer op de grond, midden op de rijbaan, achter. Omstreeks 13.02 kwam de politie ter plaatse. Het slachtoffer is niet lang daarna ter plaatse overleden. Hij had een inschot in de buik, een inschot rechts op de rug en een inschot links op de rug. De inschotwond aan de buikzijde is hem fataal geworden.

De verdachte heeft zich dezelfde dag gemeld bij de politie. Hij had toen zijn revolver bij zich. Volgens de rechtbank was de verdachte zich volledig bewust wat hij ging doen en heeft hij opzettelijk geschoten.

Geen noodweer

De advocaat van de verdachte had in de eerste plaats aangevoerd dat sprake was van een noodweersituatie. Het slachtoffer had met zijn hand meermalen een beweging naar zijn heup gemaakt en deed daarbij een stap achteruit. Op dat moment waren de twee hard tegen elkaar aan het schreeuwen.

De verdachte heeft verklaard dat hij zich niet meer kon onttrekken aan de situatie door weg te lopen omdat hij bang was in van achteren te worden aangevallen, hij was in paniek. De rechtbank vindt dat de situatie niet dreigend genoeg was.

Het slachtoffer had geen mes of vuurwapen bij zich. Het slachtoffer had de verdachte nooit bedreigd met de dood. Buiten een eerdere verbale confrontatie kende de verdachte het slachtoffer niet. De rechtbank vindt ook niet dat de verdachte ervan uit kon gaan dat het slachtoffer hem ernstig zou bedreigen.

Ander motief

Volgens de rechtbank had de verdachte een ander motief:

De rechtbank acht het gelet op voorgaande onaannemelijk dat de verdachte uit angst voor een aanval heeft geschoten en heeft de overtuiging dat de verdachte andere motieven had die hij niet kenbaar wil maken.

De verdachte heeft niet erg mee willen werken aan een onderzoek naar zijn geestelijke gesteldheid, hoewel deskundigen wel denken dat hij toerekeningsvatbaar was.

Ook de officier van justitie ging uit van doodslag, en niet van moord, en had 14 jaar geeist. De maximum straf voor doodslag is 15 jaar. De rechtbank vindt in dit geval 12 jaar op zijn plaats maar haalt er één jaar af omdat de man zichzelf heeft gemeld en daarmee enige vorm van verantwoordelijkheid heeft willen nemen: elf jaar.

Het vonnis.