In de cocaïne-zaak waarin een groep verdachten terechtstaat voor het plannen van een chartervlucht met coke uit Zuid-Amerika is één van de verdachten niet uit-geleverd door Venezuela, maar uit-gezet, op verzoek van Nederland. Die uitzetting gebeurde in het najaar, waarbij de Nederlander Anton M. samen met andere verdachten op een vliegveld werd gepresenteerd aan de media. 

De andere verdachten vertrokken op vliegtuigen richting De VS en Colombia. Anton M. ging mee met drie marechaussees, die hem geboeid op een vliegtuig naar Parijs zetten. Eenmaal in Parijs bleef hij op het vliegveld bewaakt door de marechaussees wachten op een vlucht naar Nederland, alwaar hij in voorarrest ging. 

Zijn advocaat Eric Steller: ‘Die uitzetting was onrechtmatig omdat in Venezuela een uitleveringsprocedure in gang had moeten zetten. Hij heeft geen rechter gezien. In plaats daarvan heeft de Nederlandse politie-liaison onderhandeld met de autoriteiten over een uit-zetting. Deze uitzetting heeft nogal wat consequenties voor mijn cliënt want hij kan nu het land niet meer in. Hij woonde al zeven jaar in Venezuela.’

Volgens Steller is M. in de Venezolaanse hechtenis zeer slecht behandeld. ‘Hij moest op de grond slapen in een ruimte waar ratten rondliepen. Later is hij een periode 14 dagen lang geboeid geweest.’

Normaal gesproken mag een individu bij een uitzetting kiezen waar hij naar toe gaat, maar in dit geval werd M. al in Venezuela ingeleverd bij de Nederlandse autoriteiten. 

Steller: ‘Ook de gang van zaken in Frankrijk deugt niet. Hij is daar gevangen gehouden zonder enige titel. Er lag een Europees overleveringsverzoek maar er heeft daar geen enkele toets plaatsgevonden of dat wel kon. De officier van justitie zei daarover dat hij blij mocht zijn dat hij snel naar Nederland kon omdat de detentie-omstandighheden in Frankrijk zo slecht waren.’

Volgens arresten van de Nederlandse Hoge Raad is het niet mogelijkheid mensen uit te zetten om te laten vervolgen, daarvoor is uit- of overleveringsprocedures bestemd.

Tegen Anton M. is inmiddels drie jaar cel geëist wegens voorbereidingshandelingen voor cocaïne-smokkel. Op 14 februari doet de rechtbank in Rotterdam uitspraak.

Advocaat Steller heeft niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie geëist, ook al omdat het Openbaar Ministerie informatie over het gebeuren in Venezuela zou hebben achtergehouden. Steller wil weten hoe de gang van zaken in Venezuela precies is geweest. Uit verschillende stukken blijkt dat er ook geobserveerd is in Venezuela, maar ondanks een belofte heeft het Openbaar Ministerie hierover geen opheldering gegeven.

Waarom M. niet volgens een normale uitleveringsprocedure naar Nederland is gehaald heeft de officier van justitie niet verteld. Mogelijk vreesde het Openbaar Ministerie dat uitlevering zou mislukken omdat in het Venezolaanse recht voorbereidingshandelingen pas strafbaar zijn als een drugstransport daadwerkelijk is uitgevoerd of op het punt stond van vertrek.

In de zaak van Moppie R., die terechtstaat in het grote liquidatieproces is diens overlevering vanuit Spanje naar Nederland niet volgens de regels gegaan, maar de rechtbank vond niet dat dit gevolgen hoefde te hebben voort de Nederlandse strafzaak.