Verdachte moordzaak Den Bosch vrij

De 51-jarige Bosschenaar die volgens het Openbaar Ministerie (OM) verantwoordelijk is voor de dood van zijn partner, een 48-jarige man, is vrijdag door de rechtbank in Den Bosch op vrije voeten gesteld. Er zijn volgens de rechtbank te weinig ernstige bezwaren om de verdachte langer vast te houden, zo bleek vrijdag tijdens een pro forma-zitting.

Door @Michael de Hoogh

Op 13 juli van dit jaar komt er rond 22.30 uur bij de alarmcentrale een melding binnen over een dode man in een woning in de wijk Klokkediep in Den Bosch. De beller is de 51-jarige Dirk L. Hij meldt dat zijn partner mogelijk is overleden.

Moord/doodslag

De man wordt vrij snel gezien als verdachte in de zaak en wordt diezelfde dag nog aangehouden. Uit de eerste rapportages blijkt dat het slachtoffer, de 48-jarige partner van de verdachte, mogelijk om het leven is gekomen door verstikking dan wel verwurging. Dirk L. wordt dan ook verdacht van moord of doodslag.

GHB

Nu, een aantal dagen geleden, zijn er rapportages binnengekomen van de patholoog van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) waaruit blijkt dat er 483 milligram GHB is gevonden in het lichaam van het slachtoffer. Volgens de patholoog kan dat ook de doodsoorzaak zijn. Maar het kan ook een combinatie zijn van GHB met alcohol of medicijngebruik.

'Niet vermoord'

Voor de rechtbank zijn er daarom onvoldoende bezwaren om de verdachte langer in voorarrest te houden. Op verzoek van de advocaat, mr. Bas Kurvers, komt de verdachte op vrije voeten. L. zei zelf op de zitting van vrijdag niets met de dood van zijn partner te maken te hebben. 'Het is in en in triest. Ik heb hem niet vermoord. Echt niet', aldus L.

Mishandeling

De officier van justitie vond dat L. vast moest blijven zitten. Volgens de officier heeft L. zijn partner meerdere malen mishandeld, ook die avond van de melding. Advocaat Kurvers zegt dat daar geen aanwijzingen voor zijn. Onder druk van de verhoren zou de verdachte zijn gaan 'gissen' naar wat er mogelijk gebeurd moet zijn.

Nabestaanden van het slachtoffer konden de invrijheidstelling niet geloven en lieten dat duidelijk blijken in de richting van L. De zaak gaat in januari volgend jaar verder.