Volkert betuigde wél (een beetje) spijt

Ieder jaar rond 6 mei komt hetzelfde misverstand weer naar voren in de media en op de socials. Volkert van der Graaf, de moordenaar van Pim Fortuyn zou nooit spijt hebben betuigd voor het doden van de politicus. En hij zou nooit hebben uitgelegd waarom hij het deed, wat zijn motief was. Maar beide deed hij wel. Omdat het vandaag 20 jaar geleden is dat de populaire politicus werd vermoord, nog maar eens de feiten op een rij.

Door Vincent Verweij

Voor de aanhangers van Pim Fortuyn is het een bittere pil om te slikken. Een politieke moord die grote gevolgen heeft gehad werd in feite licht gestraft: na 12 jaar stond Volkert van der Graaf al weer in vrijheid buiten. Juridisch was het nog wel uit te leggen, voor een enkelvoudige moord werd in die tijd doorgaans 18 jaar gegeven en de vervroegde invrijheidstelling bedroeg een derde van de straf. Maar dit was geen ‘gewone’ moord, het was de eerste politieke moord in Nederland sinds de gebroeders De Witt in 1672 in Den Haag werden dood geschoten.

Misverstand

Een hardnekkig misverstand rond Volkert van der Graaf is dat hij nooit spijt zou hebben betuigd. Dat deed hij wel. In eerste aanleg, bij de rechtbank, verklaarde hij geschrokken te zijn van de gevolgen die de moord had en zei hij dat hij die niet opnieuw zou plegen als hij zich dat gerealiseerd had.

In het hoger beroep las hij de volgende handgeschreven tekst voor: ‘Wat ik wel kan en wil zeggen, met name naar de nabestaanden toe, is dat het me spijt van het leed wat ik heb aangedaan. Ik kan mezelf verwijten dat ik dat destijds onvoldoende een rol heb laten spelen’.

Het was niet veel en het was ook niet een diepgevoelde spijt naar Pim Fortuyn zelf toe, meer naar zijn nabestaanden. Maar toch, hij deed het wel. Los van de vraag of dit wellicht ook een calculatie was.

Motief

Want de moord was dat zeker, er gingen maanden voorbereiding aan vooraf. Fortuyn moest uit de weg geruimd vanwege ‘de combinatie van de persoon, zijn ideeën, de manier waarop hij de ideeën naar voren bracht en de macht die hij zou krijgen’, aldus Volkert bij de politie. ‘Het was een machtswellusteling. Hij probeerde ook steeds makkelijk te scoren met simplistische ideeën. Ik haatte hem niet, ik vond hem alleen gevaarlijk. Fortuyn moest gestopt worden’.

Wapen

Van der Graaf had het wapen al in huis, dat was vijf jaar voor de moord gekocht, voor 2000 gulden, in een café in Ede. Om zichzelf te beschermen, verklaarde hij. Een tweedehands wapen, dat – naar later bleek – eerder was gebruikt bij een roofoverval op een juwelier in Emmen. Wie hem het pistool leverde is tot op de dag van vandaag overigens een raadsel. In de bossen bij Wageningen had hij een keer geoefend met het wapen.

Tijdens een huiszoeking werd bij Volkert op zolder ook nog een interessante koffer gevonden. Daarin zat munitie en een boekje over verhoormethoden, een ‘handboek tegen smerissen’, bivakmutsen, scanners en informatie over beveiligings- en alarmsystemen. De voorbereiding was grondig, maar niet waterdicht. Op internet bekeek hij plattegronden van het Mediapark en het campagneschema van Fortuyn. Volkert hierover in zijn politieverhoor: ‘Ik had geen speciale reden om de aanslag op het Mediapark te plegen. Het ging mij uitsluitend om de gelegenheid om te doen wat ik wilde doen’. Volkert had ook een plattegrond van het Kurhaus uitgeprint, een mogelijke plaats waar Fortuyn zou komen of zou overnachten.

De dag van de moord

Op de dag dat hij de aanslag zal plegen, gaat Volkert van der Graaf ‘s ochtends nog gewoon naar zijn werk. Een bizar beeld: Volkert druk bezig met dossiers, telefoontjes en het klaarmaken van een poststuk voor verzending. Intussen staat zijn rugzak naast hem, met het pistool en zeven kogels.

Dan vertrekt hij in de loop van de middag naar Hilversum. Hij verbergt het pistool tussen de struiken op het Mediapark en wacht rustig af totdat de radio-uitzending met Fortuyn voorbij is. Als die om 18.15 de radiostudio verlaat, loopt Volkert op hem af, achter hem langs en schiet dan gericht op zijn hoofd en borst. Volkert beschrijft zijn gedachten op het laatste moment als: ‘Ogen op oneindig en verstand op nul. Van tevoren had ik nog wel twijfels, maar op het laatste moment niet meer. Dat ik op het laatste moment niet meer twijfelde, had ook met mijn overtuiging te maken. Ik bedoel daarmee het plan, in de zin van dat ik op dat moment het gevoel had dat ik met iets goeds bezig was’. Bij de vluchtroute blijkt het plan te haperen. Volkert kan binnen tien minuten worden aangehouden, met een pistool op zak, handschoenen aan en kruitsporen op zijn handen.

Had hij hulp?

De vraag die al sinds 2002 opkomt is: handelde Volkert alleen, of had hij hulp? De AIVD bleek telefoongesprekken te hebben afgeluisterd, waarin onbekende radicale activisten spreken over het vermoorden van Fortuyn. Maar officier van justitie Plooij had er op de rechtszitting dit antwoord op: ‘Het is bepaald niet ondenkbaar dat iemand geheel op zichzelf een moord van dit kaliber beraamt, zonder dit voornemen te delen. In de beruchte strafzaak tegen Ferdi E., ontvoerder en moordenaar van Gerrit Jan Heijn, bleek de dader zijn plan ook helemaal in zijn eentje te hebben uitgebroed, en voor zijn meest naaste omgeving lange tijd verborgen te hebben kunnen houden. Sommige mensen kunnen dat kennelijk. Maar misschien mag ik wel zeggen: het is niet normaal.’ Uit onderschepte brieven tussen Volkert en zijn vriendin Petra blijkt dat zij niet van zijn plan op de hoogte was en het ‘waarom’ nog steeds niet kan bevatten.

Media

Volkert heeft zich na het uitzitten van zijn straf nooit meer openlijk uitgelaten over de moord. Talloze media hebben hem benaderd voor interviews, maar hij weigert die consequent. De enige keer dat hij uitgebreid te zien was, was in 2015 toen Crimesite hem met verborgen camera filmde voor het tv-programma Brandpunt Reporter. In die uitzending zei hij: ‘Ik hoef toch niks te verantwoorden ofzo. Ik heb iets gedaan, straf gehad, klaar weet je. Ik sta er vrij nuchter in. Heb ook niet zoiets van: ik wil mezelf profileren. Of op de voorgrond. Dat is gewoon mijn hele attitude. Voor mezelf weet ik wat ik gedaan heb en waarom’.