Vraagtekens bij vermissingszaak Miranda Zitman

De moord op de Amsterdamse kapster Miranda Zitman, die op gruwelijke wijze in stukken werd gesneden, nadat ze om het leven werd gebracht, had mogelijk eerder aan het licht kunnen komen. Waarom gingen er geen alarmbellen af bij de landelijke databank voor vermiste personen? Crimesite zocht het uit.

Door Vincent Verweij

Een handjevol mensen is aanwezig, op 4 april bij de anonieme begrafenis op de begraafplaats Sint Barbara in Amsterdam. Er wordt een gedicht voorgedragen en er zijn bloemen. En Hello Stranger van Barbara Lewis klinkt uit de luidsprekers. Een naamloze romp, die op 11 januari in een Samsonite koffer is gevonden langs de Zuider IJdijk, wordt ter aarde besteld met een sobere plechtigheid, zoals zo vaak gebeurt met niet-geïdentificeerde slachtoffers.

Blanke vrouw

De politie weet op dat moment alleen dat de romp van een blanke vrouw is, van wie de leeftijd wordt geschat tussen de 20 en 36 jaar oud. Twee kledingstukken worden in de koffer aangetroffen: een zwarte rok en een zwarte doorschijnende top. Dat het Miranda Zitman is, die in de koffer ligt, is bijna drie maanden na haar verdwijning, nog steeds niet tot de politie doorgedrongen. Ook dna-onderzoek dat op de romp in januari werd gedaan, levert niets op.

Vermist

Miranda Zitman is al sinds december 2018 niet meer gezien door haar vrienden, familie en klanten van haar kapperspraktijk. Ze vertelt aan bekenden dat ze een nieuwe vriend heeft, met wie ze in het buitenland een ander leven wil opbouwen. Op 7 januari stuurt ze berichten aan verschillende familieleden en vrienden waarin ze aankondigt te stoppen met haar knipwerk en dat haar telefoonnummer niet meer in gebruik zal zijn. Daarna wordt het stil. Op 21 januari krijgt de familie zoveel argwaan, dat ze haar als vermist opgeven. De romp is tien dagen eerder al gevonden, maar de link wordt door de politie niet gelegd.

Bart B.

Pas als Bart B., de vriend van Zitman, drie maanden na haar verdwijning, zelf naar de politie stapt, met informatie over haar vermissing, komt de zaak aan het rollen. Bij een onderzoek in de tuin van hun woning in Soest, worden lichaamsresten gevonden. Die blijken ook van Miranda te zijn, net als de romp. Haar 56-jarige vriend Bart B. zit nu vast op verdenking van moord.

Landelijke databank

De hele gang van zaken roept veel vragen op. Want had de moord op Miranda Zitman niet veel eerder aan het licht kunnen komen? De Nationale Politie heeft namelijk een speciale databank voor vermiste personen, die specifiek bedoeld is om gevonden lichaamsdelen te kunnen matchen met vermissingen. De dna-databank voor vermiste personen (DVP) is juist bedoeld om stoffelijke resten van ongeïdentificeerde personen te kunnen koppelen via matches met vermiste personen. De DVP wordt beheerd wordt door het landelijk bureau vermiste personen van de nationale politie (LBVP). Het Nederlands Forensisch Instituut doet dna-onderzoek in opdracht van het LBVP, beheert voor hen de DNA-databank voor vermiste personen en beheert ook het celmateriaal waaruit de dna-profielen worden gegenereerd.

Geen match

Het dna van Miranda Zitman en het dna van de romp zouden in deze databank een 100% match hebben opgeleverd. Tussen de vondst van het lichaamsdeel en het melden van de vermissing zat maar 10 dagen. Toch ging er geen alarmbel rinkelen bij het NFI of het landelijk bureau vermiste personen. De vraag is: waarom niet? Is er een fout gemaakt bij de invoer van de dna profielen in de databank? Heeft iemand niet op zitten letten? Is er sprake van een systeemfout en zijn er dus mogelijk meer vermiste personen ten onrecht nog niet gematcht met stoffelijke resten van ongeïdentificeerde personen? Of is er nog een andere reden, die te maken heeft met het onderzoek naar de verdachte partner van Miranda?

Reacties

We hebben deze vragen gesteld aan zowel de Nationale Politie als het Openbaar Ministerie, maar die willen beiden weinig zeggen ’vanwege onderzoeksbelang’. Woordvoerder Therese Ariaans van de Nationale Politie:

Wij kunnen daar nu geen antwoord op geven in het belang van het onderzoek. Op een zitting zal duidelijk worden hoe het onderzoek is verlopen. De komende weken, zo is de verwachting, zullen we hier ook niet meer over kunnen zeggen. Dat heeft niet alleen met de beperkingen te maken, maar ook met het nu lopende onderzoek.

Na aandringen van onze kant, licht Mary Hallebeke van het OM Midden-Nederland toch een piepklein tipje van de sluier op.

Er zijn zeker geen fouten gemaakt bij de opsporing. Het heeft te maken met het lopende onderzoek waarbij bepaalde keuzes zijn gemaakt. Het onderzoek was gericht op het vinden van Miranda Zitman, die vermist was. Wij wisten op 4 april, tijdens de begrafenis echt niet van wie de romp was. We hadden van de romp een DNA-profiel, maar niet van mevrouw Zitman. Daardoor was er geen match.

Geen logische verklaring

Op de vraag waarom er geen dna-profiel van Miranda Zitman was verkregen (een haar of een tandenborstel is tegenwoordig al genoeg) wil het OM niet verder ingaan. Er lijkt geen logische verklaring voor te zijn. Intussen vragen ook vrienden van Miranda Zitman zich af wat er precies gebeurd is in het politie-onderzoek. Het Algemeen Dagblad sprak met een van hen: ‘Waarom duurt het tot ver in april, voordat de politie écht onderzoek gaat doen en de woning doorzoekt?’’ vraagt een vriendin zich af. Tijdens de eerste rechtszitting, die naar verwachting eind juli zal plaats vinden, zou er meer duidelijkheid kunnen komen.

Zie ook: Eerdere artikelen over de zaak Zitman