Vrijspraak in zaak 8016 wietplanten

Het gerechtshof Den Haag heeft dinsdag een verdachte vrijgesproken van betrokkenheid bij een wietplantage aan de Flevoweg te Leiden met 8016 planten. Op 25 oktober 2010 trof de politie, na een melding van het energiebedrijf, de plantage aan in een bedrijfspand aan de Flevoweg in Leiden. De huurder van het pand ontkende zijn betrokkenheid maar er was wel een vingerafdruk van hem op een lamp gevonden.

De rechtbank had de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Maar het hof heeft anders dan de rechtbank niet bewezen geacht dat de huurder van het onderverhuurde pand daadwerkelijk betrokken was bij de wietplantage. De huurder ontkende na de onderverhuur niet meer in het pand geweest te zijn.

Het hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs in het dossier is om daadwerkelijke betrokkenheid van de huurder aan te kunnen nemen. Er zijn aanwijzingen dat hij op 25 oktober 2010, de dag waarop de plantage is ontdekt, wel in het pand is geweest maar dat levert onvoldoende bewijs op om bewezen te achten dat verdachte in de voorafgaande periode daadwerkelijk van doen heeft gehad met de wiet. Ook een vingerafdruk van verdachte op een assimilatielamp is alleen, zonder aanvullend bewijs, onvoldoende voor bewezenverklaring en veroordeling.

Lees het arrest.