Vrijspraken door slecht speurwerk

‘Na de Schiedammer parkmoord is het aantal vrijspraken door rechters gestegen. Zorgelijk, vindt Paul Frielink, bijzonder hoogleraar OM. De kwaliteit van de opsporing in ‘lichtere’ strafzaken is onvoldoende. Van de strafzaken die door het Openbaar Ministerie (OM) worden voorgelegd aan rechters, volgt in 8 tot 9 procent vrijspraak. Dat is een verdubbeling sinds de tragedie rond de Schiedammer parkmoord die eind 2004 aan het licht kwam. In die zaak werd Cees B. ten onrechte veroordeeld voor de moord op een meisje en zat daardoor jaren onschuldig in de cel.’ Dat schrijft De Pers.

‘Volgens Paul Frielink, bijzonder hoogleraar OM aan de Universiteit van Maastricht, is de stijging van het aantal vrijspraken zorgelijk. De kwaliteitsslag die het OM in de opsporing en vervolging na de Schiedammer parkmoord heeft gemaakt om rechterlijke dwalingen tegen te gaan, is volgens hem ’ten koste gegaan van de aandacht voor een veel grotere groep ‘lichtere’ zaken’. Frielink schrijft dit in Strafblad – Tijdschrift voor wetenschap en praktijk dat zes keer per jaar verschijnt.

Nu de lessen die het OM heeft getrokken uit de Schiedammer parkmoord en de toenemende voorzichtigheid bij rechters niet hebben geleid tot minder vrijspraken, ‘moét’ de stijging van het aantal vrijspraken vooral worden toegeschreven aan een forse achteruitgang van de kwaliteit van het onderzoek in vooral ‘lichtere’ strafzaken, stelt Frielink.

En daardoor kan het verband tussen het stijgend aantal vrijspraken en Schiedam wel eens heel anders kunnen liggen dan gedacht. Dus is er opnieuw werk aan de winkel voor het OM, zo betoogt de hoogleraar. ‘Omdat ook de ‘lichtere’ strafzaken een onderzoek verdienen dat aan de maat is.’

Respect
Hoewel Frielink dit artikel heeft geschreven in zijn functie als hoogleraar, is hij daarnaast ook advocaat-generaal bij het gerechtshof in Arnhem. Advocaat Frank van Ardenne heeft er respect voor dat Frielink dit doet, als OM’er. ‘Hij zegt dit met een andere pet op, maar als hij dit als aanklager niet zou vinden, dan zou hij dit niet zo opschrijven. Het is een heel belangrijk signaal dat Frielink hier afgeeft, ook naar de eigen organisatie.’

De boodschap is volgens Van Ardenne dat het OM niet alleen de focus moet leggen op de spraakmakende zaken, maar ‘over de hele bandbreedte van strafzaken aandacht moet hebben voor kwaliteit’. De strafadvocaat is het van harte eens met de stelling die Frielink opwerpt. Hij ziet al jaren een dalende lijn als het gaat om de kwaliteit van het werk dat het OM aflevert in de ‘lichtere’ strafzaken. ‘Met name in de processen-verbaal die worden opgemaakt, gaat nogal eens wat fout.’

Nog niet zo lang geleden had Van Ardenne een zaak waarin zijn cliënt betrokken zou geweest bij een steek- en vechtpartij. De agent die het proces-verbaal had opgemaakt, baseerde zich op camerabeelden van het incident. Maar na het zien van die opnamen bleek dat de politieman onjuiste dingen had opgeschreven.

De rechtbank verklaarde het OM op verzoek van Van Ardenne niet ontvankelijk en de drie verdachten mochten gaan. ‘Ik ken meer voorbeelden. De kwaliteit van het opsporingswerk gaat achteruit, dat is merkbaar in de rechtszaal. Dat is zorgelijk, niet alleen voor verdachten in strafzaken, omdat zij de dupe kunnen worden van onjuiste opsporingspraktijken, maar ook omdat de maatschappij gebaat is bij een goede opsporing’, zegt Van Ardenne.’ (…)

Lees verder De Pers.