Vrijuit voor 7,5 kilo softdrugs

Het gerechtshof Den Haag heeft vrijdag het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de eigenaar van een Leidse coffeeshop en een werkneemster van hem. Ze waren veroordeeld voor bezit van 7,5 kilo softdrugs.

Burgemeester

De politie vond die partij in oktober 2010 in een pand in de binnenstad van Leiden. Een van beide verdachten was de eigenaar van het pand. Hij was ook exploitant van een nabijgelegen en door de gemeente Leiden gedoogde coffeeshop.

De rechtbank Den Haag had de verdachten in 2013 veroordeeld tot werkstraffen. In hoger beroep is onder meer de burgemeester van Leiden als getuige gehoord. De advocaat-generaal had ook weer werkstraffen geëist.

Gedoogbeleid

Het hof vindt aannemelijk dat de aangetroffen drugs diende om de beperkte verkoopvoorraad, die volgens het gedoogbeleid in de coffeeshop mocht worden aangehouden, aan te vullen. Het hof vindt het van belang dat het bestuur van de gemeente Leiden het houden van deze voorraad vond passen het exploiteren van een coffeeshop. Vanwege het toenmalige beleid van het Openbaar Ministerie om met strafrechtelijke middelen het lokale coffeeshopbeleid te ondersteunen en omdat het OM dit beleid zelf in de Aanwijzing Opiumwet openbaar had gemaakt, is het hof van oordeel dat de verdachten erop mochten rekenen dat zij niet zouden worden vervolgd.

Inmiddels is de Aanwijzing Opiumwet gewijzigd en gelden scherpere normen.

Het arrest.