Vrouw bekent moord uit 1946
Een 96-jarige vrouw heeft bekend in 1946 een moord te hebben gepleegd. Ze deed haar bekentenis in een brief aan burgemeester Henri Lenferink van Leiden. De moord is inmiddels verjaard maar de gemeente heeft de brief voorgelegd aan het Openbaar Ministerie in Den Haag. Dat schrijft persbureau GPD vandaag. Het slachtoffer was de Leidse ingenieur Felix H.E. Guljé. Op 1 maart 1946 werd hij in de deuropening van zijn huis doodgeschoten.
Een vrouw belde aan en vroeg aan de vrouw van het slachtoffer of zij haar man even mocht spreken. Toen deze verscheen schoot de vrouw hem een kogel in de borst. Felix Guljé stierf daarop in de ambulance op weg naar een ziekenhuis.
Felix Guljé was directeur van de Hollandsche Constructie Werkplaatsen in Leiden en voorzitter van de Rooms- Katholieke Werkgeversvereniging.
De dader kon ontkomen omdat er op het tijdstip van de aanslag een felle sneeuwjacht woedde.
Destijds zocht de politie de dader in kringen van het verzet. Of de vrouw die zich nu heeft gemeld in het verzet zat, is nog niet bekend.
Guljé werd verdacht van economische collaboratie, maar werd daarvan op alle fronten vrijgesproken. Op zijn begrafenis was de voltallige naoorlogse regering – met minister- president Schermerhorn en minister van justitie Kolfschoten – aanwezig.
De vrouw die de moord heeft bekend woonde lange tijd in Oegstgeest, vertrok daarna naar Indonesië en woont nu in Rotterdam.
Zoon Eugène Guljé, die twee jaar geleden stierf, is zijn leven lang op zoek geweest naar degene die zijn vader doodde. Het dossier over de zaak was zoekgeraakt, maar kwam uiteindelijk in 2006 boven water na Kamervragen aan toenmalig minister van justitie Korthals Altes.
De moordzaak is altijd met raadsels omgeven geweest. De Leidse politie zou destijds 10.000 gulden smeergeld hebben geëist van de weduwe Guljé, anders zou ze het onderzoek niet voortzetten. Dat heeft zij geweigerd.