Werkstraffen geëist tegen ‘modelkwekers’

Het Openbaar Ministerie heeft woensdag in hoger beroep werkstraffen geëist tegen de ‘modelwietkwekers’ uit Groningen. De 50-jarige man en zijn tien jaar jongere vriendin hadden een wietkwekerij, maar tapten geen stroom af en droegen netjes belasting af aan de fiscus. Daarom kregen ze geen straf van de rechtbank, maar daar is het OM dus niet mee eens.

De man moet als het aan het OM ligt 180 uur werkstraf volbrengen. Tegen zijn vriendin werd 120 uur geëist. Deze eis is gelijk aan die het OM voor de rechtbank eiste. De rechtbank in Groningen oordeelde in oktober dat ze weliswaar schuldig waren aan wietteelt, maar kregen geen straf.

‘Wet wordt dode letter’

De advocaat generaal van justitie stelt dat met dergelijke uitspraken de wet een ‘dode letter’ wordt. Het OM vindt dat de rechtbank in Groningen op de stoel van de wetgever is gaan zitten. De opiumwet verbiedt het kweken van wiet, en het stel is ondanks aanhoudingen en het oprollen van kwekerijen gewoon doorgegaan met hun activiteiten. De advocaat generaal vraagt daarom ook drie jaar voorwaardelijke celstraf, vanwege het ‘hardnekkige karakter’.

Het stel teelt sinds 2009 wiet. Dat gebeurt biologisch, zonder geknoei met elektriciteit en er wordt gewoon belasting afgedragen. Ze zeggen niets te maken hebben met het criminele circuit. De advocaat van het stel vindt dat daarmee rekening moet worden gehouden. Hij stelt dat deze zaak is waar de wiet die in coffeeshops onder het gedoogbeleid mag worden verkocht, vandaan komt. Door zijn cliënten een straf op te leggen, wordt het kweken van wiet op brandgevaarlijke zolderkamers gestimuleerd.