Weski: Het juridische niemandsland
Door Inez Weski
Soevereiniteit en volkenrecht lijken monumentale begrippen. Helaas blijken in de dagelijkse praktijk van de opsporing de landsgrenzen vooral slechts als een fysiek en niet juridisch obstakel gezien. Wat dus als Nederland tapt en de gesprekken direct doorlinkt naar het buitenland zonder na te gaan of eventuele geheimhoudersgesprekken zullen worden vernietigd? Wat als Nederlandse agenten zelf in de tapkamer in Colombia de taps beluisteren, selecteren en via de mail naar Nederland sturen?
De verklaring van een van de verbalisanten, dat dit geen opsporingshandelingen zouden zijn lijkt een tactische ontkenning van het wereldwijd aanvaarde opsporingsmiddel van het afluisteren van telefoongesprekken.
In feite was het de Nederlandse politie zelf die ter plekke het materiaal is komen oogsten en verwerken voor consumptie in Nederland.
Wat als Nederland zich nestelt in het buitenland en aldaar zelf feitelijk alle handelingen verricht, zoals het horen van getuigen of verdachten en zelfs doorzoekingen verricht, maar daar geen enkel verslag van maakt?
In één van mijn strafzaken hadden Nederlandse en Engelse pseudokopers in Suriname gepoogd een bepaalde verdachte verdovende middelen te ontlokken. De wet aldaar kende echter dit opsporingsmiddel niet. De Engelse pseudokoper had overigens van de Nederlanders begrepen, zo verklaarde hij tegenover de rechter-commissaris, dat Nederlands recht van toepassing was aldaar. Hij had begrepen dat het hier immers een kolonie van Nederland betrof.
Helaas is bij dergelijke rogatoire commissies voor de verdediging vaak sprake van een volledig grijs niemandsland.
Een illustratie daarvan is een recente zaak waarbij aanvankelijk werd aangegeven, dat de advocaten niet, maar de officier van justitie wel, volgens het recht van de Russische Federatie bij de getuigenverhoren aldaar mochten zijn. De rechter-commissaris schreef daarover:
“Inmiddels heb ik het bericht ontvangen dat de advocaten informeel wel toestemming krijgen om bij de verhoren aanwezig te zijn. Dit betreft een stilzwijgende deelname en de advocaten kunnen nog op het laatste moment worden geweigerd. Omdat het om een informele toestemming gaat, is de mogelijkheid aanwezig dat hun namen niet in de uitnodigingsbrief worden opgenomen. Het is zelfs niet uitgesloten dat de namen van de advocaten wel op de uitnodigingsbrief zijn opgenomen, maar dat ter plaatse wordt gezegd, dat zij toch niet bij de verhoren aanwezig mogen zijn”.
Ik deelde de rechter-commissaris mede, dat ik bedankte voor deze rol als stilzwijgend, informeel machteloos publiek.
Ik heb helaas inmiddels in diverse zaken meegemaakt, dat buitenlandse autoriteiten bepaalde regelgeving pretenderen, die in werkelijkheid niet blijkt te bestaan.
Zo heb ik ooit in een andere strafzaak ervaren, dat de Macedonische rechter-commissaris allerlei vragen belette te stellen aan de getuige, die aldaar als een oude vriend in cameljas en bijbehorende witte sjaal de kamer betrad als waren wij allen bijeen voor een operavoorstelling, stellende dat geen vragen mochten worden gesteld in confrontatie met eerder afgelegde verklaringen. Ik heb toen maar zelf in de wetgeving van Macedonië gezocht en moest constateren, dat zo’n regel helemaal niet bestond.
Kennelijk moet soms alles gewantrouwd worden.
Inez Weski is strafadvocaat.