De 38-jarige Amsterdammer die (mogelijk) onder invloed van drugs zelf de politie tipte over een drugsvoorraad bij hem thuis is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar voor drugsbezit, illegaal wapenbezit en witwassen.
‘Werker’
In zijn woning in Osdorp lagen zo’n 100 kilo cocaïne en heroïne, 8 vuurwapens, een grote hoeveelheid munitie en 800.000 euro cash geld. De man stapte op 10 november 2016 uit eigen beweging een politiebureau binnen en legde daar een verklaring af, naar eigen zeggen omdat hij vreesde voor zijn leven. Hij vertelde de agenten dat hij al zo’n 3,5 jaar in de drugshandel zat en als ‘werker’ deel uitmaakte van een geoliede machine. Binnen de organisatie hield hij zich bezig met het aannemen en afleveren van harddrugs. Ook verklaarde hij dat er in zijn woning een grote hoeveelheid drugs, wapens en contact geld lagen opgeslagen. Hij gaf aan dat hij uit de criminaliteit wilde stappen en daardoor voor zijn leven vreesde.
Inbraak
Direct nadat de man zijn verklaring had afgelegd, trof de politie bij doorzoeking van zijn huis het eerste deel van de drugs, het geld en de wapens aan. Na een inbraak in de woning van de verdachte in de nacht daarop, werd de woning opnieuw doorzocht. Ook dit keer trof de politie drugs en geld aan, nu in een ruimte achter een spiegel, die door de inbrekers was opengebroken.
Verklaring is bewijs
Ondanks zijn eerste verklaring heeft de man daarna niets meer willen zeggen. Volgens zijn advocaat was de verdachte in de war toen hij het politiebureau binnenstapte en zijn verhaal deed. Hij had bovendien op dat moment gewezen moeten worden op zijn recht om te zwijgen en op het recht op bijstand van een advocaat. Om die redenen zou zijn verklaring niet als bewijs mogen gelden. Hierin gaat de rechtbank niet mee omdat er geen sprake was van een verhoor en omdat de rechtbank niet twijfelt aan de betrouwbaarheid van de verklaring van de verdachte op het politiebureau. Omdat de man uit eigen beweging met de politie is gaan praten, valt zijn straf wel een half jaar lager uit dan de eis van het Openbaar Ministerie.
Zie het vonnis.